Verbij is gewoon fan van Japan en dus ook een beetje van haar schaatsers. Tenminste, dat lijkt me de reden.
ik zou even terug moeten luisteren (maar doe dat niet nu), maar ik mee dat hij wel ergens 'de Russen' noemde. En dan Kulizhnkov nog specifiek.
Als Murashov net zo'n goede 500 kan rijden als hij deed in Inzell en die keer in SLC maakt hij in ieder geval kans op het podium.
Het punt is dat Murashov één keer door de laatste buitenbocht moet en één keer door de laatste binnenbocht. Hij rijdt dus een 500 meter en een 550 meter. Hij heeft een duidelijke voorkeur voor de laatste buitenbocht: van zijn tien snelste 500 meters reed hij er 7 met de witte band. Binnen start, buiten finish: 34.02, 34.22, 34.29, 34.43, 34.51, 34.52, 34.60 Buiten start, binnen finish: 34.26, 34.50, 34.57
Hij is niet de enige met de voorkeur voor de laatste buitenbocht. Van de snelste 10 500 meters ooit zijn er minstens 9 gereden met een laatste buitenbocht. Alleen van de 34.13 van Wotherspoon op 28 december 2007 kan ik niet vinden in welke baan hij startte. Ik denk dat tegenwoordig de snelheid in de laatste binnenbocht simpelweg te hoog is om hem altijd te kunnen houden. Ik heb mensen zien zeggen dat de schaatsers dan maar gewoon technisch beter moeten worden om die binnenbocht te houden, maar als het bij zo'n beetje alle top 500-meter rijders een probleem is dan moet je het denk ik niet bij de schaatsers zoeken.
Die was ook met de laatste buitenbocht. Zie hier. De snelste 500 meter met een laatste binnenbocht was de 34.14 van Jeremy Wotherspoon, twee dagen na zijn legendarische wereldrecord. Afgaand op dit heel erg anekdotische bewijs, is het verschil tussen binnen en buiten dus ruim een tiende voor schaatsers met een sublieme techniek, en meer voor types als Ruslan Murashov en Nico Ihle. Overigens is het uitwaaieren van binnenbochten echt een Russisch dingetje: Zhelezovski deed het al in 1988, Murashov staat erom bekend, Lalenkova doet het altijd, en ook alle Russische junioren vlogen uit alle binnenbochten bij de mannen in Baselga.
Dit is dus wel een echt probleem met de huidige opzet van maar een enkele 500 meter bij de WK en OS. Het is duidelijk dat de laatste binnenbocht bijna altijd een nadeel is, ondanks dat je op de kruising naar je tegenstander toe kunt rijden. Wat mij betreft gaan we weer terug naar de oude opzet met twee 500 meters.
Cha, Poutala, Lorentzen hebben/hadden geen problemen met de binnenbochten. Die werden dan ook 1,2 en 4 op de vorige OS.
Cha reed een slechte binnenbocht in Inzell, dus ook hij houdt hem niet altijd op topsnelheid. Natuurlijk zijn er ritten waar rijders hem wel houden, ik zei niet dat het onmogelijk is, maar mijn punt is dat het systematisch misgaat en dat het daarom vaak een nadeel is om buiten te starten.
Dat er na 1994 werd overgegaan naar 2x500 meter was toen gebaseerd op kwantitatief onderzoek dat liet zien dat de laatste buitenbocht significant voordelig was. Volgens mij het afschaffen juist omdat nieuw onderzoek liet zien dat het significant niet meer verschilde.
In 2017 reden we voor het eerst weer een WK met maar een 500 meter, en aangezien het tijd kost om veranderingen erdoorheen te krijgen denk ik dat de data van het onderzoek uit 2015 en eerder komt. Er wordt nu gemiddeld een stuk harder gereden op dezelfde banen dan toen, dus dat onderzoek houdt niet meer.
dat laatste weet je niet. Tussen 1990 en pak-hem-beet 2010 werd er ook veel harder gereden en toch verdween het verschil tussen binnen- en buitenbaan.
ik ken de onderzoeken zelf niet, maar zo heb ik het begrepen. Als iemand er meer van weet hou ik me aanbevolen.
Ik heb het onderzoek dat de 500 meter nu niet meer significant verschilt niet gevonden. Wel heeft professor Hjort vorig jaar de exercitie gedaan voor de 1000 meter. Daaruit bleek een significant verschil tussen binnen en buitenbaan van 0,187 seconden met een 99% bbi van [0,108, 0,266]. Die moet dus sowieso 2x gerden worden. https://www.mn.uio.no/math/english/...stat/the-focustat-blog!/twotimesthousand.html
Dat er op de 500m geen significant verschil is in algemene zin wil ik best geloven. Er zit echter wel een duidelijk verschil tussen hoe schaatsers door die laatste binnenbocht komen. Met name de grote zware jongens zoals Ruslan Murashov, Hein Otterspeer en Nico Ihle hebben het daar structureel lastig mee. Daar staat tegenover dat er ook zijn die het wel kunnen en juist harder gaan doordat ze op de kruising kunnen achtervolgen.
Ik heb het verschil inderdaad bij de 1000m altijd groter gevonden. Zelfs bij de 1500m lijkt mij de loting belangrijker dan bij de 500m (behalve inderdaad voor een stel halve amateurs die gewoon eens een zomer moeten gaan shorttracken, bochten zijn 100% aan te leren).
Voor wie OV/parkeer/file-problemen wil trotseren heb ik last minute nog staanplaatsen Zuid voor zaterdag 23/2 in de aanbieding. Reageer snel.