In het transfertopic repte ik al dat het interessant zou zijn om te bestuderen welke ploegen het vooral qua PR's goed deden in seizoen '23-'24. Immers krijgen sommige ploegen veel lof of juist veel kritiek, terwijl dat vaak met name gebaseerd lijkt te zijn op de prestaties van een selecte groep schaatsers binnen die ploeg. Zij het schaatsers die er positief uitspringen, dan wel negatief. Daarom probeer ik de komende dagen dagelijks een ploeg onder de loep te nemen met een overzicht van de PR's die zijn gereden in het seizoen 2023-2024. Ik houd het wel overzichtelijk voor mijzelf, dus snelste MS-TS-TP-rondes of tijden neem ik niet mee in mijn overzicht, al nodig ik een ieder uit om mij aan te vullen. Uiteindelijk zijn PR's wat mij betreft toch de maatstaf om te kijken of schaatsers bij een ploeg vooruitgaan en vind ik die progressie vaak nog leuker om te zien dan het winnen van titels. Nu zeggen PR's niet alles. Zo beoordeel je marathonschaatsers primair op marathonprestaties. En beoordeel je toppers daarentegen wel vooral op titels, waarbij zeker bij de oudere toppers het meer een kwestie van marginale verbetering is. Zij kunnen zichzelf niet continu blijven verbeteren op de afstanden. Daarnaast kan het natuurlijk dat iemand in de trainingen volop PR's rijdt, maar dat dit er in de wedstrijden niet helemaal uitkomt. Of is een tijd op een langzamere baan of onder zwaardere omstandigheden soms meer waard dan het eigen PR. Tot slot kunnen er 100 legitieme redenen zijn waarom iemand niet tot een PR is gekomen. Blessureleed en ziekte spelen een grote rol door een schaatsseizoen. Niettemin geeft het wel een heel aardig beeld van het werk dat de ploegen verrichten. Ik begin op alfabetische volgorde en trap dus af met AH Zaanlander. Ik zal niet overal enorm veel toelichting geven, nu harde cijfers vaak voor zich spreken. Zeker wanneer iemand enorme PR's heeft gereden. Anderzijds is het wel handig om een toelichting te plaatsen waarom een schaatser wellicht tegenviel. Bijvoorbeeld bij blessureleed of bijvoorbeeld wanneer een groot deel van de ploeg (AH Zaanlander) zich primair op de marathon focust. Vermoedelijk ga ik morgen door met IKO. Het is best een aardig klusje, dus het Gewest Fryslan en Team Frysk sla ik gemakshalve over. Ik houd het daarnaast bij Nederlandse ploegen, zodat ik Novus en Gold over sla. Wil iemand die ploegen wel onder de loep nemen: be my guest
Goed, dan de inhoud. We beginnen bij AH Zaanlander. Die hadden niet alleen qua aantallen WK-titels een topseizoen, maar ook qua hoeveelheid PR's was jaargang '23-'24 een succes. Eerst maar eens inventariseren wie verleden jaar ook alweer in de gelederen van Anema en Samplonius deelnamen. Onder contract in '23-'24: Stolz; Wierda; Den Hertog; Harink; Gelling; De Boer; Bouma; Schouten; Groenewoud; Dul; Wijfje; Pruisscher; Verweij; Kerkhoff. 4 van de 14 schaatsers reden geen PR's. Dat zijn Melissa Wijfje, Maaike Verweij, Irene Schouten en Ids Bouma. Dat is niet zo verwonderlijk. Schouten (kwam wel tot haar 2e snelste 5000m ooit) en Wijfje hadden een succesvol seizoen, terwijl Wijfje ook nog eens terugkwam van zwaar blessureleed. Verweij miste de gehele voorbereiding op het seizoen door Pfeiffer en eerdere revalidatie. Bouma reed geen langebaan (en miste bijna het hele seizoen door overtraindheid). De rest reed allemaal minimaal 1 PR, waarbij de verbetering van Pruisscher, Gelling en De Boer op de marathon evidenter was dan op de langebaan. Pruisscher en De Boer wonnen ieder hun allereerste marathon, terwijl Gelling voor het eerst Nederlands Kampioen Natuurijs werd. Zelfs Arianna Pruisscher reed dus nog een best PR op de langebaan (3000m), terwijl zij dit seizoen nog gehinderd werd door de gevolgen van een ernstige peesscheuring van verleden jaar. Wat hier vooral opvalt is een opzienbarend aantal grote PR's. Vooral Elisa Dul, Jordan Stolz en Sjoerd den Hertog (heel knap voor een dertiger) spanden daarin de kroon. De marathonkopmannen (Den Hertog, Gelling en Harink) wisten zich sowieso behoorlijk te verbeteren op de langebaan. Voor de meesten bleef de verbetering daarnaast ook lang niet beperkt tot één afstand. Sterker nog, Stolz, Dul en Groenewoud verbeterden zich elk op minimaal 4 afstanden. Dan eerst de heren: Stolz: 34,08 -> 33,69 1.06,47 -> 1.05,37 [WR] 1.42,26 -> 1.40,87 6.24,41 -> 6.14,76 13.04,76 (nog geen tijd staan) Den Hertog: 3.51,10 -> 3.45,88 6.30,62 -> 6.19,60 14.17,04 -> 12.57,62 Wierda: 6.21,14 -> 6.17,75 13.22,55 -> 13.18,82 Harink: 3.52,05 -> 3.48,37 6.35,38 -> 6.27,92 Gelling: 3.56,74 -> 3.47,41 6.43,46 -> 6.38,92 [Groningen] De Boer: 3.45,20 -> 3.44,93 En vervolgens de dames: Dul: 1.15,19 -> 1.14,48 1.54,68 -> 1.54,41 4.07,26 -> 3.58,45 (!) 6.58,35 (nog geen tijd staan) Groenewoud: 1.15,20 -> 1.13,73 1.53,99 -> 1.53,17 3.58,89 -> 3.56,27 6.52,37 -> 6.50,77 Kerkhoff: 2.01,48 -> 1.59,64 4.14,61 -> 4.06,67 7.37,16 -> 7.07,03 Pruisscher: 4.11,30 -> 4.05,64
Een nieuwe dag en dus een nieuw team om alle PR's van vóór het seizoen af te zetten tegen PR's die genoteerd stond bij einde seizoen. Team IKO is aan de beurt. Dat zou direct een mooi contrast met AH Zaanlander moeten opleveren. Waar de helft van AH Zaanlander met name voor het marathonschaatsen op de loonlijst staat (hetgeen AH Zaanlander dus een ietwat vreemde eend in het langebaanlandschap maakt), is IKO op een enkeling na alleen bezig met langebaanschaatsen en dus moeten zij het wel degelijk hebben van verbetering op de langebaan. Daarnaast is IKO het jongste topteam van Nederland. Niet alleen qua organisatie, maar ook qua gemiddelde leeftijd van de schaatsers. Nadat jaren van korte termijn ambitie bij IKO vooral kopzorgen opleverden met grote namen die niet konden leveren en werkelijk altijd fysieke kwaaltjes hadden (denk aan Blokhuijsen, Ter Mors, Wijfje, Letitia de Jong, Velema, Visser), gooide IKO het na de Spelen van 2022 over een andere boeg door terug te gaan naar de roots van voormalig jeugdtrainers Martin en Erwin ten Hove. Dat wil zeggen: opleiden en zorgen dat het team toekomstbestendig zou worden. De begeleidingsstaf werd uitgebreid en Erik Bouwman werd als voornaamste coach erbij genomen (wat misschien toch een eerlijke bevestiging van de staf was dat het in de jaren voorafgaand aan Peking niet helemaal goed draaide). Vooral jeugdige - grote - talenten werden langdurig vastgelegd met het oog op de toekomst, en op de voorgrond met één kopman (Swings) en één kopvrouw (Beune) leveren op het hoogste niveau. En dat leveren, dat deed Beune na jaren van hoge verwachtingen eindelijk afgelopen seizoen, in onophoudelijke mate, terwijl met Swings (gouden) Mass Start medailles gegarandeerd zijn. Met zo'n jeugdig team (9 van de 14 waren neosenioren) moet een hoop PR's wel gegarandeerd zijn en dat blijkt ook zo te zijn, maar laten we in de volgende post eerst eens inventariseren wie ook alweer onder contract stonden bij IKO afgelopen jaargang.
Team IKO, jaargang '23-'24: Swings; Speijers; Diniz; Vos; Esders; Liiv; De Ponti; Van de Bunt; Broos; Beune; Groot; Hersman; Visser; J. Groenewoud. Alleen Bart Swings, Gijs Esders en Esmee Visser reden geen PR. Visser is een bekend verhaal en trainde bovendien uitsluitend met Team Frysk mee. Bij Swings viel de langebaanprogressie mij dit jaar een beetje tegen (en bij hemzelf ook wel), maar het was uiteindelijk gewoon weer een succesvol seizoen. Esders was meer een mentorfiguur en had dit seizoen ook een liesblessure. De andere 11 teamleden reden wel een PR. Zelfs De Ponti, die grotendeels bij zijn oude KTT bleef meetrainen en bijna nooit wedstrijden reed door rugproblemen, noteerde een klein PR op de 3000m. Succesvol seizoen zou je zeggen, maar er zijn wel wat kanttekeningen bij te plaatsen. Zo schaatsten Hersman en Jade Groenewoud, de doorstromende neo's, beiden slechts naar één PR. Dat een doorstromende sprinter na één zomer bij een topploeg (met méér basistraining) geen PR 1000m kan rijden is wat ongewoon (Hersman), en de ander haalde slechts een kleine fractie van haar 1000m PR af waar ze als allrounder weinig aan heeft (J. Groenewoud). Dat laatste gaan we bij JV waarschijnlijk eveneens terugzien, waar de allrounders ook voortdurend 1000 meters rijden. Over Jade Groenewoud gesproken: zij ging op de afstanden waar ze wereldkampioen werd (toch wat ongewoon dat een groot juniorenkampioen zo onzichtbaar is bij de stap naar de senioren) hard achteruit en vooral haar 5km op het NK Allround was een pijnlijk gezicht. Ik weet dat ze tegen het einde van de voorbereiding covid had, maar geen idee of dat haar misschien gehinderd heeft gedurende het seizoen. Laat ik daar evengoed maar niet over speculeren. Hopelijk komt ze volgend seizoen, vermoedelijk bij het Gewest Fryslan, weer op niveau. Ook valt hier op dat je op bijna alle afstanden PR's kunt rijden, en toch een minder succesvol seizoen kunt afwerken dan de vorige (zo reed Groot vorig seizoen nog het EK Allround als reserve, om dit seizoen slechts 5e te worden op een NK zonder Beune en Marijke Groenewoud). We zien bij IKO bovendien de nodige rijders die uiteindelijk, ondanks hun jeugdigheid, toch wel erg marginaal vooruit gingen. Hier staat natuurlijk dan weer wel de enorme progressie van bijvoorbeeld Beune tegenover, al steekt het geheel wat schril af tegen de ploeg van gisteren - AH Zaanlander. Ook valt soms een grote wisselvalligheid op tussen toptijden gedurende het seizoen, hetgeen exemplarisch is voor de jeugdigheid binnen deze ploeg. Speijers kon bijvoorbeeld na zijn 6.16 zelfs geen enkele keer binnen 7 seconden van die tijd komen (al was op Roest en Huizinga na geen enkele Nederlandse stayer constant). En hoewel ik eerder ''tenslotte'' zei, dan toch een laatste kanttekening: ik houd hier geen rekening met Thialf PR's, terwijl die beste tijden misschien wel de beste graadmeters voor progressie zijn. Dan is de verbetering van Beune bijvoorbeeld nóg een stuk duidelijker. Enfin, laat ik de cijfers voor zich spreken: Heren: Broos: 35,33 -> 35,21 1.09,86 -> 1.09,57 Diniz: 34,84 - 34,70 Vos: 35,25 -> 35,07 1.09,24 -> 1.09,09 Liiv: 34,43 -> 34,39 Speijers: 1.47,74 -> 1.47,60 6.25,47 -> 6.16,46 13.35,12 -> 13.31,58 Van de Bunt: 1.50,01 -> 1.49,30 3.47,04 -> 3.44,27 6.34,14 -> 6.27,81 14.02,09 (gereden in Groningen: hij had nog geen tijd staan) De Ponti: 3.52,19 -> 3.50,42 _________________ Dames Beune: 1.52,78 -> 1.52,23 3.57,09 -> 3.55,72 6.58,00 -> 6.47,72 Groot: 1.17,09 -> 1.16,53 1.57,14 -> 1.56,54 4.04,38 -> 4.02,72 7.04,27 -> 7.00,56 J. Groenewoud: 1.18,05 -> 1.17,81 (die 1.18 reed ze toen ze nog maar 17 was, 2,5 jaar geleden) Hersman: 38,43 -> 38,15 En dat was IKO. Komend weekend verder met JV en JV Development
Verrassend genoeg winnen ze het zonder Stolz ook nog van IKO qua PR's. Stolz zullen ze bij AH Zaanlander vermoedelijk wel hard nodig hebben om de strijd met Reggeborgh aan te gaan. Daar hebben ze toch wel de beste kwaliteit/kwantiteit ratio in huis. Overigens is het om dit stap voor stap langs te gaan soms ook wel een eyeopener welke schaatsers op een afstand verrassend genoeg juist géén PR reden. Ik noemde Jade Groenewoud hierboven, maar je kunt ook denken aan Tjerk de Boer. Tuurlijk, die liet het langebanen links liggen en reed het gehele seizoen alleen 3km trainingswedstrijdjes en een enkele 1500m bij de IJsselcup terwijl niet fit. Echter zou het mij zeker niet verbazen als hij met z'n sterk verbeterde conditie ondertussen ook wel richting de grens van sub-6.20 kan komen op de 5km zoals zijn ploeggenoten Den Hertog en (ex-ploeggenoot) Wierda dat ook deden. Spijtig dat hij niet een keertje een poging deed in een trainingswedstrijd. Of Kayo Vos, die bij de jeugd eigenlijk op iedere afstand en discipline uit de voeten kon en nu alleen nog maar 500 en 1000 meters rijdt (buiten die afstanden slechts twee 1500 meters voltooid afgelopen seizoen en één matige halve finale Mass Start). De matige 10.000m PR's van Speijers en Wierda zijn ook wel een casestudy waard. Zeker het 10km PR van Speijers is waardeloos in vergelijking tot zijn 5km. Hyperspecialisatie op de 5km nog daargelaten. Wierda zou een veel betere tijd op 10 moeten kunnen rijden dan die 13.18 die hij nu heeft staan. Sterker nog: zijn 13.31 in Haarlem is al een véél betere tijd dan zijn eigen PR.
Nu het nieuwe seizoen nadert leek het mij een goed idee om dit topic weer verder op te pakken. Eerder had ik al AH-Zaanlander en IKO behandeld. Ik was gebleven bij JV-development en JV-Marathon. Een kort blokje om er weer in te komen, want de meerderheid van de schaatsers uit deze ploegen reed geen PR. Ik begin bij JV-marathon. Trainingstechnisch onder leiding van Diane Valkenburg en ploegleider Peter de Vries, al is Jac Orie natuurlijk nooit ver weg. Ze bestonden in seizoen '23-'24 uit 6 man: Jorrit Bergsma, Harm Visser, Remco Stam, Mats Stoltenborg, Robert Post en Victor Ramler. Ramler stopte een week of twee voordat het seizoen begon abrupt met schaatsen. Bergsma reed ook in zijn tweede seizoen bij JV geen PR's. Robert Post deed niet aan langebaanschaatsen. Mats Stoltenborg bereidde in de zomer een aanval op het werelduurrecord van Erik-Jan Kooiman voor, maar zag daarvan uiteindelijk toch af t.t.v. het WCKT. Hij behaalde verder geen PR's. Dat deden Harm Visser en vooral revelatie Remco - ''de zoon van '' - Stam wel. Die laatste hield er een overheveling naar de langebaanploeg van Orie aan over. Dat kun je ook wel begrijpen wanneer zo'n jonge jongen op werkelijk iedere afstand die hij rijdt dikke PR's neerzet. Vooral opvallend was hoe hij zich, onder een marathontrainingsschema, ontwikkelde op de kortere afstanden. Stam: 38,56 -> 37,80 1.53,81 -> 1.48,13 3.51,82 -> 3.43,52 6.26,10 -> 6.19,75 Geen tijd -> 13.06,11 Visser: 6.34,48 -> 6.27,87 JV-Development Coach: Sicco Janmaat Schaatsers jaargang '23-'24: Myrthe de Boer, Evelien Vijn, Chloé Hoogendoorn, Jordy van Workum, Jarle Gerrits, Sijmen Egberts Als de opleidingsploeg van JV een voetbalclub was geweest, dan was de coach waarschijnlijk halverwege het seizoen de laan uitgestuurd. Dit team had een rampzalig jaar, en dat blijkt ook wel uit het vertrek van De Boer, Vijn en Van Workum. Een deel van de pech begon reeds vóór het seizoen. Van Workum leek in 2022-2023 richting World Cup-niveau te groeien, maar stopte al voordat het nieuwe seizoen kon beginnen tijdelijk met schaatsen wegens mentale problemen en reed geen wedstrijd meer voor JV (inmiddels lijkt hij een stuk beter op zijn plaats in de marathonploeg van Reggeborgh). En dan heb je nog Sijmen Egberts die op trainingskamp in Inzell de diagnose diabetes te horen kreeg. Niettemin zou dat geen excuus moeten zijn voor het feit dat dergelijk jonge neo's amper PR's rijden. Myrthe de Boer en meervoudig juniorenkampioen Evelien Vijn reden teleurstellend genoeg samen 0 (!!) PR's, wat toch behoorlijk zeldzaam is (Vijn heeft zelfs in drie jaar tijd geen PR's meer gereden). Jarle Gerrits reed in het begin van het seizoen - na enkele seizoenen fysiek malheur - een knap 500m PR, maar kon daarna niet meer overtuigen. Hoogendoorn was daarentegen een welkome toevoeging. Maakte als allrounder bij de junioren de overstap naar de sprint en klokte de ene na de andere PR op de sprintafstanden. Een verdere specialisatie op de 1000m ligt daardoor op de loer (zeker door de toevoeging van Isabel Grevelt aan Jumbo/Essent), maar ze heeft ook een hoop allroundpotentie. Hoogendoorn: 39,16 -> 38,25 1.17,26 -> 1.15,41 4.15,68 -> 4.12,50 Gerrits: 35,99 -> 35,13 1.11,28 -> 1.10,03 3.53,74 -> 3.49,58 Egberts 37,20 -> 36,70 1.11,96 -> 1.11,77 1.48,29 -> 1.47,27
Fijn draadje dit! Mag van mij een sticky krijgen om per wedstrijd snel terug te kunnen kijken. Dank @Lorca
Merci! Vandaag is de hoofdmoot van Jumbo-Visma aan de beurt. Een zeer toepasselijke dag, nu dit ook werkelijk de laatste dag is dat het team van Orie in het geel van Jumbo rondrijdt. Vanaf morgen treden zij in kleuren van nieuwe hoofdsponsor Essent. Geen ploeg kreeg afgelopen seizoen zoveel kritiek te verduren als de ploeg van Orie. Van de buitenkant leek de sfeer en chemie niet geweldig en zeker rondom wedstrijden was alleen irritatie en frustratie zichtbaar; leken een aantal oud-kampioenen niet bijster gemotiveerd (Krol; Verbij en misschien ook wel Bergsma); had de een na de ander last van pijntjes; piekten de allrounders continu op het verkeerde moment en waren de resultaten, zo eerlijk moeten we zijn, best ruk. Het hielp ook niet mee dat al ruim twee seizoenen bekend was dat de sponsor zou stoppen en het maar duurde voordat een nieuwe sponsor werd gevonden. Die onrust bleek ook uit de transferzomer. De één na de ander vertrok of moest vertrekken (sterker nog: de voltallige damesploeg vertrok) en het roer werd flink omgegooid met een voorname focus op jonge allround mannen (in de breedte wat mij betreft beter dan de trein van Reggeborgh), mannen sprint, dames 1000m, shorttrackers; en bovenal jonge namen die mogen rijpen om de vele dertigers en gearriveerde namen uiteindelijk te doen vergeten. Alleen Vosté werd als dertiger binnengehaald, maar dat was ook één van de weinige beschikbare mannen om milers als Wennemars en Snel aan te vullen die wel zijn gebleven. Kijk ik terug op vorig seizoen, dan kom ik eigenlijk alleen uit op Chris Huizinga die een heel lekker gevoel zal hebben overgehouden aan zijn definitieve doorbraakseizoen. Huizinga stond jarenlang stil in zijn ontwikkeling en wist nu in één seizoen al die sprongen te maken die hij de afgelopen jaren eigenlijk had moeten zetten. Van altijd maar tegen de 6.20-grens aan zitten te hikken, direct de sprong zetten tot onder de 6.10-grens. Eindelijk maakte hij dat vervelende stempel van ''het volgende supertalent'' redelijk waar, al is de realiteit dat voor het podium op het wereldtoernooi nóg scherpere tijden nodig zijn. Daar stopt het positieve ook gelijk. De harde realiteit is dat er 0 wereldtitels werden behaald en dat is voor een ploeg met deze namen, uitstraling, giga begeleidingsstaf en budget buitengewoon pijnlijk. Eigenlijk zag je het gehele seizoen vooral frustratie op de gezichten van bijvoorbeeld Leerdam, Rijpma-de Jong en Beau Snellink. En Orie. Maar als we eerlijk zijn was afgelopen seizoen een eindeloze gifbeker die leeg moest, en is het verval van de ploeg jaren geleden al ingezet als we de prestaties van het uit de kluiten gewassen Jumbo over de periode vanaf pakweg 2019 afzetten tegen ploegen als Reggeborgh en AH Zaanlander. Tijd om eens te kijken of de bikkelharde tijdwaarneming tot een zachter oordeel komen dan de beeldvorming op het forum en in de media. Jumbo-Visma bestond in jaargang '23-'24 uit: Coach: Jac Orie en teamleden: Reina Anema, Jutta Leerdam, Antoinette Rijpma-De Jong, Merel Conijn, Jorrit Bergsma, Beau Snellink, Kars Jansman, Chris Huizinga, Dai Dai N'tab, Joep Wennemars, Merijn Scheperkamp, Tijmen Snel, Serge Yoro, Thomas Krol, Kai Verbij. De veteranen reden geen PR. Bergsma, N'tab, Krol en Verbij (al vijf jaar geen PR gereden...) hadden dramatische schaatswinters met fysieke tegenslagen en de laatsten twee zijn gestopt, terwijl Bergsma terug is naar zijn oude succesformule (lees: Jillert Anema) en N'tab de jeugdige sparringspartners van IKO opzoekt. Geen PR voor Reina Anema in twee jaar JV (zoals ook Vijn en Myrthe de Boer bij de opleidingsploeg overkwam). Jutta Leerdam reed eveneens geen PR - gehinderd door een geheimzinnige enkelblessure. Ook voor Merijn Scheperkamp, lang niet uitgegroeid, zat er geen PR in. Antoinette Rijpma-de Jong had een frustrerend seizoen, maar wist haar seizoen enigszins goed af te sluiten met een klein 500m PR en een evenaring van haar 1000m PR, hetgeen haar mogelijk meer vertrouwen gaf in een overstap naar Reggeborgh om de Wüst-route op te gaan. Dat goed afsluiten is uiteindelijk wel het kern adagium bij het team, want eigenlijk voor het merendeel van het team kwamen de kwalificatietoernooien te vroeg, maar werd er in het nieuwe jaar best aardig gereden ten opzichte van het WCKT en NK Afstanden. Zo kwamen Conijn (1500m PR) en Jansman (PR's 500m, 5000m en 10km) heel goed voor de dag op het NK Allround afgelopen februari. Wat daarnaast opvalt zijn de dikke PR's voor Huizinga en Wennemars (die hadden zonder foutjes veel scherper gekund), maar verder vooral het grote aantal minimale PR's die amper het vermelden waard zijn (sorry, Tijmen Snel). Genoeg geouwehoerd, tijd voor de PR's: Heren: Huizinga 3.40,91 -> 3.40,87 6.21,45 -> 6.09,14 13.19,57 -> 12.56,92 Jansman 37,67 -> 37,60 6.15,14 -> 6.14,95 12.58,77 -> 12.51,05 Snellink 37,67 -> 37.61 1.47,22 -> 1.47,04 Snel 1.08,10 -> 1.08,09 (vooruit, ook deze telt) Wennemars 35,11 -> 34,76 1.08,08 -> 1.07,40 1.46,15 -> 1.45,17 Yoro 4.09,72 -> 3.50,78 (sinds zijn juniorentijd geen 3km gereden) Dames: Conijn 1.56,24 -> 1.55,95 Rijpma-de Jong 38,35 -> 38,22 15 PR's. Dat steekt buitengewoon schraal af tegen de 27 PR's van AH Zaanlander en de 23 PR's van IKO. Zeker als je nagaat dat 8 van die 15 PR's slechts verbeteringen met 2-3 tienden zijn. JV heeft niet alleen in de strijd om de titels veel laten liggen, maar ook in de strijd tegen de klok en de persoonlijke verbetering bijzonder matig gepresteerd. Tijd voor revanche volgend seizoen met een jongere lichting met meer rek.
We gaan door met de laatste van de vier commerciële ploegen: Reggeborgh. Reggeborgh domineerde afgelopen seizoen de Nederlandse kampioenschappen met menigmaal een clean sweep; razendsnelle doorbraken (De Boo; Prins) en bleek uiteindelijk als team zo vol aan kwaliteit te zitten dat ze de titel van sterkste team in de breedte duidelijk hebben overgenomen van Jumbo-Visma. Zeker bij de 1500 meters leek er afgelopen seizoen geen einde te komen aan dat groene leger. Kwantitatief en kwalitatief kun je niet om ze heen en duidelijk was dat het team het gehele seizoen op een roze wolk zat. Wat opviel was dat er ook duidelijk lol te beleven is in dat team, terwijl het bol zit met de onderlinge concurrenten. Er is het nodige gezegd over het fundament van Reggeborgh (wat met name rust op rijders die juist zijn overgenomen van Jumbo-Visma), maar des te mooier dat vorig seizoen juist de neo's die Reggeborgh zelf is gaan opleiden direct naar de top doorstroomden. Enfin, over de successen is genoeg geschreven - eens kijken naar de objectieve vooruitgang: PR's. Reggeborgh bestond in jaargang '23-'24 uit de volgende schaatsers: Patrick Roest, Marcel Bosker, Lex Dijkstra, Remo Slotegraaf, Kjeld Nuis, Wesly Dijs, Louis Hollaar, Mats Siemons, Tim Prins, Jenning de Boo, Stefan Westenbroek, Janno Botman, Hein Otterspeer, Femke Kok, Michelle de Jong, Marrit Fledderus. De coaches waren Gerard van Velde, Dennis van der Gun (sprint) en Robin Derks (allround). Bij deze ploeg is vooral merkbaar dat zij bij de NK's domineerden en daardoor in Noord-Amerika in grote getallen aan de start mochten staan bij de World Cups op hoogte. Daar zijn PR's logischerwijze aan flarden gereden. Zo reed Westenbroek in Nederland een minimaal 500m PR, maar ging er in de b-groep van SLC ineens nog eens drie tienden vanaf. De Boo en Prins maakten al grote sprongen in Nederland, maar schaafden in Noord-Amerika nog véél meer tijd van hun PR's af. Zeker Prins op de 1500m. Verder valt - op razende kometen De Boo en Prins na - het eigenlijk wel mee met de hoeveelheid PR's en zeker de procentuele vooruitgang. Vooral gestage progressie. Daarnaast ook zes rijders zonder PR. Michelle de Jong had natuurlijk last van fysieke problemen. Van oudere toppers als Nuis en Otterspeer kun je misschien geen wedstrijd PR's meer verwachten, maar voor de rest is het eigenlijk een uitermate jong team en dan verwacht ik toch iets meer gelet op de hoesannastemming rondom het team (niet cynisch bedoeld). Waarschijnlijk toch vooral een beeld wat is gaan leven doordat de enige ploeg die Reggeborgh in de breedte en aan de top partij kan bieden tijdens Nederlandse langebaanwedstrijden - Jumbo - een desastreus seizoen had. En natuurlijk was er wel degelijk het nodige te jubelen met De Boo en Prins en het pieken van Kok en Roest in Calgary. Verder valt de allroundtak voor het tweede seizoen op rij in ietwat negatieve zin op. Slotegraaf reed nog een paar kleine PR's en dat was al veel vooruitgang na twee moeizame jaren Jumbo, maar Bosker en Dijkstra hadden erg veel moeite en Roest was eigenlijk alleen constant op de 5000m. Twee jaar terug hadden we Ramler die daar compleet in de vergetelheid verdween en ondertussen is Gert Wierda dit seizoen ook nog niet zo overtuigend begonnen. Ik weet het daar nog niet helemaal. Enfin, PR's dus. We beginnen met de heren. Dat is wel zo eenvoudig, want bij de kleine damestak werd slechts één PR gereden. Roest 6.03,70 -> 6.02,98 (NR) Slotegraaf 1.47,15 -> 1.46,73 6.23,11 -> 6.21,99 13.24,71 -> 13.19,39 Dijs 35,64 -> 35.63 Hollaar (wereldkampioen marginal gains ) 35,29 -> 35,27 1.08,43 -> 1.08,28 1.45,07 - 1.45,02 Siemons 35,51 -> 35,24 1.09,45 -> 1.09,20 1.47,76 -> 1.47,33 Prins 35,70 -> 34,76 1.09,15 -> 1.06,40 1.46,59 -> 1.43,53 De Boo 35,82 -> 34,21 1.10,67 -> 1.06,95 1.52,76 -> 1.50,67 Botman 34,61 -> 34,35 Westenbroek 34,72 -> 34,39 Kok 36,96 -> 36,83 20 PR's. Daarmee hebben ze vijf PR's meer dan JV, maar drie PR's minder dan het jonge IKO en liefst zeven PR's minder dan AH Zaanlander. Ik denk dat we die laatste ploeg - hoewel ze in de breedte zeker niet de sterkste langebaanploeg zijn (en dat overigens ook niet pretenderen te zijn) - kunnen beschouwen als de Nederlandse commerciële ploeg die in de breedte het meest maximaal gepresteerd heeft vorig seizoen. Naast de meeste persoonlijk records regen ze ook nog eens de gouden medailles bijeen op de Wereldkampioenschappen Afstanden, Allround en het EK Afstanden (en laten we gemakshalve de marathon even buiten beschouwen). Eens zien wie dit seizoen hoge ogen gaan gooien. De Zaanlanders zijn weer goed begonnen met drie 5000m PR's bij de heren (waarvan twee in Deventer nota bene), maar ik verwacht toch ook wel het nodige van een stevig verjongd Essent. De dames zijn daar nog niet heel overtuigend begonnen, maar zeker de heren allround gooien best hoge ogen. Daarnaast zijn de jonge rijders van IKO ook weer wat gerijpt en zal het bij Reggeborgh juist door die dikke PR's die door sommige jonkies op hoogte zijn gereden een stuk moeilijker worden om dat trucje te herhalen. Nog anderhalve week tot het WCKT!
Leuk overzicht weer! Ik heb wel een kleine correctie voor De Boo. Die 1:49.13 reed hij een paar weken geleden bij het NK clubs, zijn snelste tijd vorig seizoen was 1:50.67.
Scherp. Gelijk aangepast! Dit seizoen zit ik te overwegen om de PR's gedurende het seizoen bij te houden. Zo zien we hier het verschil tussen PR bij aanvang seizoen en PR bij einde seizoen, maar daartussenin zitten de nodige verbeteringen. Zo verbeterde Tim PRins (héhé) afgelopen seizoen vier keer zijn persoonlijk record op de 500m en reed Elisa Dul bij vier 3000 meters in Thialf alle vier de keren een nieuw PR. Ook leuke statistiekjes in de niche
Sterk idee! Dan is het ook veel minder moeite om de posts te maken omdat je alle data al hebt. Je zou zelfs als je er zin in hebt een paar keer per seizoen een korte update kunnen posten.