En ook deze nog. De landenranglijst gebaseerd op de oude puntentelling van de wereldbeker. Hieronder staat het gemiddeld aantal behaalde punten per wedstrijd (alleen tijdrit-disciplines) De vergelijking is met 2020, omdat in 2021 er weinig wereldcups waren. Uiteraard staat Nederland nog nr. 1, maar met duidelijk minder punten dan in 2020. Japan duidelijk in de lift en Rusland als nr. 3 met veel minder punten dan in 2020. Dit jaar veel gemist door uiteenlopende redenen. Canada een beetje minder, terwijl de USA en Noorwegen juist flink vooruitgingen. Dat gold ook voor China, Polen, Italië en Kazakhstan. Verder onderin de lijst hangt het vooral af van eenlingen hoe hoog een land staat. Geblesseerde Herzog doet Oostenrijk duikelen en bij Sablikova wordt het ook wat minder. Duitsland blijft maar zakken, inmiddels op plek 16. Terwijl zij ooit in de top 3 stonden. 1 (1) NED 155,70 (187,03) 2 (3) JPN 133,18 (113,03) 3 (2) RUS 79,58 (155,96) 4 (4) CAN 72,75 (91,17) 5 (5) USA 66,36 (35,53) 6 (8) NOR 45,63 (19,61) 7 (6) CHN 39,41 (29,98) 8 (12) POL 31,30 (12,75) 9 (9) ITA 30,38 (19,04) 10 (7) KOR 22,31 (23,78) 11 (16) KAZ 17,25 (5,85) 12 (14) BEL 14,50 (10,14) 13 (--) SWE 13,75 14 (10) CZE 13,00 (18,28) 15 (15) BLR 10,26 (7,95) 16 (11) GER 9,24 (17,92) 17 (--) GBR 4,20 18 (21) EST 3,78 (0,42) 19 (20) TPE 3,24 (0,50) 20 (17) NZL 1,28 (3,90) 21 (18) SUI 0,78 (3,16) 22 (13) AUT 0,41 (10,94) 23 (19) FRA 0,25 (1,10) 24 (--) ESP 0,05 -- (22) DEN 0 (0,08)
Gisteren vroeg Thomas Krol mij of ik top 10 lijsten had voor de 3000 meter en dus heb ik zo goed als ik kan de snelste openingen, rondetijden, en tussentijden opgezocht, en ben uitgekomen op deze top 10s: Omdat de 3000 meter geen officiële afstand is krijg je een hoop bijzondere resultaten. Er zitten een paar compleet onbekende namen tussen, zoals Jackson Hill en Tyler Hartleb, die respectievelijk een PR van 4:00.50 en 4:08.09 hebben. Hartleb begon met een 27er en eindigde met een 39er, de ultieme kamikazerit. Verder heeft Sjoerd de Vries om de een of andere reden als junior een paar keer erg snel geopend. Een 17.99 van het WK junioren 2007 in Innsbruck (buitenbaan!) valt net buiten de top 10. De reden dat Krol mij vroeg was omdat hij dacht dat de rit van zijn PR de top 10 1000 meter tussentijden zou halen en hij had gelijk. Bij zowel de 600 meter als 1000 meter staat hij op nummer 3: De lijsten zijn ongetwijfeld niet compleet, dus als je nog meer data hebt laat het me graag weten.
Schaatsen is een sport waar de mannen en de vrouwen heel erg gelijk zijn. Op TV wordt van allebei evenveel uitgezonden en het prijzengeld is voor zover ik weet ook gelijk. Toch kun je ook in het schaatsen nog duidelijk zien dat het niveau bij de mannen beter is. Neem bijvoorbeeld de lijst met snelste nationale records op de 1500 meter. Bij de mannen is het verschil tussen de nummer 1 en nummer 20 4.79 seconden. Omgerekend naar het wereldrecord bij de vrouwen zouden de eerste 20 landen binnen 5.25 seconden van elkaar moeten zitten om hetzelfde niveau te halen. Dit is echter niet het geval. Er zitten maar 15 landen binnen 5.25 van het wereldrecord en er zit wel 8.81 seconden tussen de nummer 1 en nummer 20. Je kunt ook kijken naar bijvoorbeeld het aantal schaatsers dat binnen 3 seconden van de beste seizoenstijd op de 500 meter zit. Bij de vrouwen waren dat er in 21/22 135. Bij de mannen waren het er een stuk meer, namelijk exact 300. Je kunt op nog veel meer manieren tot dezelfde conclusie komen, maar het punt is denk ik wel duidelijk. Ik heb een vermoeden dat dit al wel een stuk gelijker is dan pakweg 30 jaar geleden, en ik ben benieuwd of het in de toekomst ook nog meer gelijk gaat trekken.
Ah, daar heb ik nog een mooi grafiekje van. Dit zijn de aantallen schaatsers die in een jaar binnen 20% van het toen geldende wereldrecord reden. Blauw zijn mannenafstanden, rood zijn de vrouwenafstanden. Je ziet dat tot en met de jaren '80 die aantallen toenamen. Daarna volgende een dip in de jaren '90, vermoedelijk door de snelle ontwikkeling van de wereldrecords in Calgary en de klapschaats, zodat veel outdoorrijders afvielen. Daarna wel weer een stijging, waarbij het aandeel vrouwen lijkt toe te nemen. 2021 was uiteraard een dramatisch jaar door corona, en ook 2022 was nog zeker niet terug op niveau. Dat laatste ook, omdat er maar heel weinig uitslagen uit China zijn gekomen. Wat de laatste jaren een belangrijke leverancier was van schaatsers die binnen de 20% van de Wereldrecords bleven. Bron is overigens de WSSSA-database.
@Mjøsaman De WSSSA-database? Ben je wijs geworden uit de dropbox? Of is er nog een database die ik niet ken?
Een interessante statistiek is het verschil tussen de tijden op dezelfde afstand bij de mannen en vrouwen. Op de 1500 meter bijvoorbeeld is het verschil gemiddeld rond de 10 seconden (1:40.17/1:49.83), en bij andere afstanden heb je ook zo'n gemiddelde. Op de 5000 meter is dat gemiddelde verschil zo'n 38 seconden, en om beter inzicht te krijgen heb ik een overzicht gemaakt met alle winnende tijden van de WK afstanden en OS sinds 1996 en de verschillen uitgerekend: Het eerste dat me opvalt is dat in 1997 het verschil bijzonder klein is. Dat is niet een normale uitschieter, daar is echt iets aan de hand geweest. Gunda Niemann reed toen al op klapschaatsen, en als de mannen dat nog niet deden kan dat in ieder geval een deel van het verschil verklaren. Niemann was rond die tijd ook bijzonder goed, en bij de mannen was dat misschien minder het geval. Het is een buitenbaan, dus wisselende omstandigheden kunnen ook een rol hebben gespeeld, maar ik weet niet hoe het weer toen was. Wat ook voor de wisselvalligheid van buitenbanen staat is dat de enige andere keer dat er op een buitenbaan is gereden een uitschieter naar de andere kant is en met afstand het grootste verschil heeft. De vrouwen reden in 2005 1 seconde harder dan in 1997 en de mannen 37 seconden. Wat me verder opvalt is hoe vaak Salt Lake City een klein verschil heeft. Ik denk dat het toeval is, maar het is wel bijzonder.
Leuke statistiek weer Marcel! Ik denk dat dit kleine verschil in Warschau met name komt door de omstandigheden, alhoewel de klapschaats de vrouwen zeker ook heeft geholpen. Goed dat je daar aan denkt zeg! Uit mijn hoofd was dit het WK dat Barbara de Loor de 1000m won in een sneeuwjacht. Dit waren trouwens én hele mooie beelden én supertof voor De Loor die hier enorm verraste. Toch maar ff opgezocht en ik had het helemaal fout. Timmer wint voor Sandra Zwolle de 1000m. Wie? Ja, die naam ken ik zeker, maar wist niet dat zij internationaal ooit een medaille had gehaald. Barbara de Loor won pas 8 jaar later die 1000m. Dat was dus in 2005, in Inzell, dus dat grote verschil zal dan met de weersomstandigheden te maken hebben gehad denk ik. Haha, ik had een heel ander idee toen ik deze post ging typen, maar toch leuke herinneringen opgehaald. Ik hoop dat sommigen van jullie ook flashbacks hebben ;-)
Tijdens de 1000m in Inzell 2005 sneeuwde het. Van de 5000m dames daarna weet ik het niet meer maar het zal de omstandigheden zwaar hebben gemaakt. De 5000m heren was toen op donderdagavond toen er waarschijnlijk weinig wind stond. Ook had zeker Friesinger op zondag al meerdere afstanden in de benen. Ik vind het bij de verschillen lastig beoordelen of het een zaak hoogland versus laagland is omdat Heerenveen 1999 en Beijing 2022 met een klein verschil hoog staan. De 5000m dames wordt weinig gereden en misschien zouden de dames op de WK afstanden extra hun best doen t.o.v. de 5000m heren die veel vaker wordt gehouden.
ik kan me de omstandigheden niet meer echt voor de geest halen, maar zou het kunnen dat de oorzaak was dat veel mannen pas heel laat op de klapschaatsen stonden en de Duitse vrouwen al half januari. (NL dames vanaf begin van het seizoen en dus werden De Jong 1 en De Loor 3 bij het EK en won de Jong bijna alle world cups aan het begin van het jaar) Op het WK in Nagano (feb) reden volgens mij Ter Kortenaer, Dittrich en Veldkamp wel en Postman en Ritsma nog niet op klapschaatsen. Volgens mij gingen de meeste mannen pas vlak voor Warschau over)
Nog even nagekeken Veldkamp was 27 s sneller dan Niemann. Het verschil in Warschau was 17s. Dus voor 1997 klopt het verhaal wel, maar niet ten opzichte van andere jaren Dan maar dat Niemann onder mindere (outdoor) omstandigheden, ala Sablikova, altijd extra sterk leek/was (ref. Hamar outdoor 1991)
Kwam deze nog tegen: https://www.trouw.nl/nieuws/in-de-o...jsmeesters-het-weer-verkeerd-gedaan~bb26dcd5/
Nadat Roest gisteren een nieuwe snelste ronde op de 10000 meter reed, leek me het wel leuk om even een overzichtje met de snelste ronde ooit gereden voor elke afstand te posten: De meeste zijn na de OS van 2018 gereden, op twee uitzonderingen na. Hong Zhang kon niet zo snel openen, maar haar rondes waren ongeëvenaard. Op 20 november 2015 opende ze erg snel voor haar doen, met 10.63, en reed toen de eerste en tot nu toe enige 25er ooit, voor een eindtijd van 36.56. In november 2013 viel Denis Yuskov het wereldrecord op de 5000 meter aan en begon met drie 27ers. Hij hield dit niet vol en eindigde met 31ers om uit te komen op een tijd van 6:11. Waar bij de 500 meter vrouwen de 3e snelste ronde na 2018 is gereden, moet je bij de 5000 mannen wat verder terug. De 8 snelste ronden zijn allemaal voor 2018 gereden, gevolgd door een 27.95 van Bloemen bij het 4CC afgelopen seizoen. Ik ben benieuwd of daar verandering in gaat komen dit seizoen. De meest bijzondere ronde is de 24.27 van Kjeld Nuis op de 1500 meter. Toen deze gereden werd was het de 4e snelste ronde ooit gereden, en het is nu nog steeds de 8e snelste ooit. Op de 1500 meter! Dat wereldrecord was echt niet normaal, en het zou nog lang kunnen blijven staan.
Mooi Marcel. Wat de race van Nuis ook opmerkelijk maakt is dat zijn ronde slechts zeshonderdste sneller was dan die van Krol (en slechts éénhonderdste sneller bij de 700m doorkomst!). Het wereldrecord op de 1500m zou lang kunnen blijven staan, maar het meest bizarre vind ik de 1100m doorkomst van 1.12,38 (22,91 - 24,27 - 25,20). Een gouden kans laten liggen om onder de 1.40 te gaan...
Ja dat was echt bijzonder. De 5e snelste opening ooit, de snelste openingsronde ooit, en de snelste tussenronde ooit. De 1100m tussentijd was meer dan een seconde sneller dan ooit iemand eerder had gedaan (een paar tienden later reed Krol zich daar weer tussen).
Dat is toch ook een beetje het kaliber van iemand die een 1000 meter rijdt en zijn coach die dan schreeuwt "jongen, je moet nog een rondje!"
Als je een kwart van de tussenronde terug telt, kom je op een virtuele 1.06,08 als 1000m doorkomst uit…