De kans dan misschien wel groter zijn, maar we willen toch wel wat meer zekerheid dan 50% om een winnaar aan te wijzen. Stel dat de onnauwkeurigheid 0,002 op zit en Groothuis dus ergens tussen 08.599 en 08.603 rijdt, terwijl Nuis tussen de 08.601 en 08.605 rijdt, dan is de kans niet verwaarloosbaar dat Nuis eigenlijk de winnaar was. Nu is dat op 1 afstand misschien nog niet zo erg, maar wel als je de "gemeten" tijden gaat gebruiken in een klassement, zoals Wüst vs. Gerritsen.
Beste Leenstrafan, ik ben diep onder de indruk van je berekeningen. Ik kan ze weliswaar niet controleren, maar ik geloof je gelijk. Ik rekende ook wel een beetje op jou. Heb je eerder dit soort staaltjes zien uithalen. De kans dat Leenstra ten onrechte derde is geworden is bijzonder klein. Maar de kans is er wel. Maar je moet af toe een beetje een pakkende titel verzinnen voor je topic om gelezen te worden . En door de derde plaats van Leenstra in twijfel te trekken wist ik wel zeker dat jij zou reageren . Dank voor je mooie bijdrage.
Dat is niet zo volgens mij, want de onzekerheid aan het begin heb je altijd, of je nu meet in hondersten of in duizendsten. Dus als je de zekerheid aan het einde kan verbeteren door in duizendsten te gaan meten is dat dus verbetering van de tijdswaarneming (mits in duizendsten waarnemen betrouwbaar kan, zie mijn discussie met Mjosaman daarover).
Dat is niet zo volgens mij. Want als je in hondersten meet in ons voorbeeld heb je allebei 1.08.60 dus heb je 50% kans om de goede schaatser aan te wijzen als winnaar. Als je door in duizendsten te meten de kans groter dan 50% kan maken is dat dus een verbetering.
Er is m.i. wel een essentieel verschil tussen het afronden op honderdsten ipv duizendsten en dat is dat het puntenaantal in duizendsten gaat. Je meet dus honderdsten, door de tijd in duizendsten af te ronden of volgens mij nog nauwkeuriger door de tijd af te kappen. Door de tijd te meten in duizendsten en de punten weer te geven jn duizendsten trek je dat gelijk. Blijft inderdaad wel overeind dat je ook bij het meten in duizendsten het geschetste probleem niet helemaal wegneemt.
maar er wordt toch in duizendste gemeten voor winnaar of verliezer, alleen voor het omrekenen naar punten wordt er gebruik gemaakt van honderdsten en dat is nu juist het probleem. volgens mij is dus niet de vraag of er gemeten moet worden met duizendsten maar of ook het puntenklassement dat moet overnemen, mijns inziens ja, want er wordt al gemeten. en nee, wust krijgt niet alsnog brons of een wk ticket, dit is meer iets voor de toekomst.
je kan nooit nauwkeuriger gaan dan je fout op je meting maw, ze moeten gewoon gedeelde plaatsen toekennen voor niet meetbare verschillen
LeenstraFan: een 10+ voor je cijferwerk. 8) Overigens, de reactietijd bij het startschot is ca. 0.1 sec. Dus hier kun je al snel een voordeel van een paar honderdsten pakken. Daarom vind ik het onzinnig om in duizendsten te gaan rekenen. Normaal afronden, dus bij duizendsten in [5,6,7,8,9] 0.01 bij de tijd optellen, lost het probleem ook niet ook. Voorbeeld 1: 500 m 39.084 = 39.08 1000 m 1.15.734 = 37.865 500 m 39.2004 = 39.20 1000 m 1.15.984 = 37.99 puntentelling bij meenemen duizendsten: 154,1434 Voorbeeld 2: 500 m 39.085 = 39.09 1000 m 1.15.725 = 37.865 500 m 39.2005 = 39.21 1000 m 1.15.975 = 37.99 puntentelling bij meenemen duizendsten: 154.1355 In het eerste geval pakt de afronding 0.02 beter uit dan het tweede geval. Maar in duizendsten is het precies andersom, al scheelt het maar 8 duizendste.
op zich wel ja. Dan maar 2 gouden medailles, als de tijden gelijk zijn (voor zover meetbaar), dan verdienen ze dat ook. We kunnen alleen niet 5 mensen naar het WK gaan sturen als er maar 4 plekken zijn...
Schaatsen is hogere wiskunde geworden, gaat mij te ver (maar blijkbaar een mooie hobby voor Leenstrafan). Maar waar is het einde: stel we gaan over op duizendste, dan komt er over een paar jaar de dicussie of we niet op tienduizendste over moeten gaan. Daarnaast is het niet te doen als je gebruik moet maken van "handgeklokte tijden", dat gebeurt nog wel eens als de apparatuur niet meewerkt (of is dat niet meer ?). Gewoon twee cijfers achter de komma handhaven (gebeurt ook met atletiek) en bij gelijke stand meerdere medailles uitreiken. Als na een meerkamp er 2 mensen gelijk eindigen dan de keuzeheren laten bepalen of gewoon loten. Verder kan de discussie rondom Wust afgerond worden. Leenstrafan heeft al berrekend dat Leenstra gewoon 3e is en tercht geplaatst is voor het WK Sprint. Het 4e startbewijs is in principe gewoon een aanwijsplek. Als de verschillen tussen Wust en Gerritsen zo klein zijn, kies je in dit geval altijd voor Gerritsen. Dit heeft te maken met het snelle ijs van Calgary waar het WK sprint is, waar Gerritsen een veel betere 500 meter neer zou zetten dan Wust en op de 1000meter de schade beperkt kan houden omdat ze op dit soort snelle banen de laatste ronde makkelijker doorkomt dan in Heerenveen (oftewel het verschil in de laatste ronde vergeleken met Wust zou een stuk kleiner zijn). Had je een selectiewedstrijd in Calgary gehad dan was Het verschil tussen Gerritsen en Wust alleen maar groter geworden.
Tjeerd jij noemt het hogere wiskunde, maar ik noem het de essentie van elke sport die wordt beslist op tijdwaarneming dat je er vanuit mag gaan dat de snelste wint. En de kans dat dat niet gebeurt is bij deze spelregels aanwezig. Het is in mijn ogen niet anders dan dat je bij voetballen 2x scoort en je tegenstander 1x, terwijl dan de scheidsrechter bepaald dat je hebt verloren. Wust was (wellicht) sneller dan Gerritsen en wordt toch vierde en Gerritsen derde. Je tast de essentie van de schaatssport aan dat degene met de snelste tijd hoort te winnen.
Nogmaals: in dit geval vallen de verschillen binnen de meetfout. Bij vier races heb je dus 4 keer een meetfout. Dus je kunt niet zeggen dat Wust sneller is dan Gerritsen. Hooguit kun je zeggen dat er geen significant verschil is tussen beiden.
Mijn inziens zijn er 2 mogelijkheden: 1. Starten met licht ipv geluid. Het gaat om duizendsten dus moeten beide atleten tegelijk het startsein krijgen en dat is met de geluidssnelheid (+300 meter per seconde) al niet mogelijk (Binnenbaan vs Buitenbaan is al meer dan 0,01 seconde). Zo kan men ook echt geloofwaardig in duizendsten gaan meten. Toegegeven, bij een sprinttoernooi heb je voor beide afstanden 2 starts in 2 banen dus dit verschil is in theorie weg te strepen. Voor enkele afstanden is het echter zeer relevant. 2. Toegeven dat het meten van de tijd gewoon niet precies genoeg is. Als men dus moet gaan kijken naar duizendsten, dan zou de enige juiste oplossing een gedeelde plek zijn. Belangen zijn gewoon te hoog voor de sporters om afronden ook maar enigszins aanvaardbaar te maken.
Het gaat erom dat de schaatsers starten wanneer ze het licht zien en niet wanneer ze het geluid horen. Het "indrukken" van de klok gaat automatisch op het moment van het indrukken van het startpistool lijkt me.
of je zet gewoon 2 boxen, 1 aan elk kant van de baan, als starter op knop (van whatever apparaat, mag in de vorm van een pistooltje, voor de nostalgici) drukt komt er uit de 2 boxen gelijktijdig een geluidssignaal bijkomend voordeel, de tijd kan dan ook automatisch beginnen lopen anno 2012 moet dat toch haalbaar zijn
in de F1-kwalificaties meten ze trouwens ook met 1000ste van secondes, die dingen razen met 300 km/u voorbij de streep, zonder dat er continu gecorrigeerd wordt met schaatsers die 60 km/u gaan moet dit toch ook mogelijk zijn?
Maar daar meten ze steeds rondetijden met vliegende start, en niet met een staande start waar al een onnauwkeurigheid van meerdere honderdsten in zit.