'Ik wil ook wat terugkrijgen'
Met zijn jonge pupillen Marrit Leenstra, Renz Rotteveel en Koen Verweij staat aan de vooravond van het EK trainer Jan van Veen opeens in de belangstelling. DoorJohn Volkers
De reputatie van schaatscoach Jan van Veen, de ambitieuze man achter de jonge Hofmeierploeg, is de voorbije weken met stip gestegen. In Collalbo, bij de Europese titelstrijd van dit weekeinde, coacht hij drie Nederlanders, Marrit Leenstra, Koen Verweij en Renz Rotteveel.
'En één Fransman', voegt Van Veen er aan toe. Alexis Contin, de stayer van internationale allure, doet hij er in deeltijd bij. 'Contin is een specialist op de 5 en de 10 kilometer. Hij was vierde bij de Spelen. Komt ook uit het inlinen. Hij was wereldkampioen. Ik had hem daarom als trainingspartner voor Koen Verweij bedacht.'
Vorige winter werd Van Veen wel eens meewarig bekeken. Hij coachte met collega Ron Neymann een ploeg die hij zelf niet had samengesteld. Hofmeier was toen een bonte schakering van routiniers en groentjes. 'Niets ten nadele van hen, maar er zaten mensen in die het in hun nadagen nog een keer wilden proberen op de Spelen. 'Daar had ik er een paar van, Gretha Smit, Jan Bos en Beorn Nijenhuis. Mensen met veel bagage en ervaring. In zo'n korte tijd kun je er als trainer te weinig van jezelf in stoppen.'
Van Veen besloot dat het na de mission impossible - alleen Bos haalde de Spelen - anders moest. 'Ik was in de olympische winter voor de snelle winst gegaan. Ik evalueerde hoe ik nu verder wilde. In maart? Nee, dat heb ik wel wat eerder gedaan. Ik wilde, als ik zou doorgaan, de tijd krijgen om met een ploeg van jonge mensen te werken die oprecht geloven dat ze het kunnen. De markt was er naar. Ik kon rijders als Leenstra en Verweij krijgen die een jaar eerder niet haalbaar waren voor ons.'
Zwaar jaar
De coach die, tot 2009, zeven jaar lang de talenten van de KNSB had grootgebracht, had een zwaar jaar achter de rug. 'Ik kan makkelijk 250 dagen per jaar onderweg zijn, mits ik er wat voor terugkrijg. Zoals nu. Maar als het alleen maar geven is, als je enkel aan 't kloten bent... Dat wilde ik niet nog een jaar meemaken. Mijn vrouw merkt het aan me dat het nu anders gaat. Ik ga tot Sotsji 2014 door, heb ik 'r al gezegd en daarna nog wel vier jaar.'
Het gaat om wat hij terugkrijgt van zijn samenwerking met een pupil als Marrit Leenstra, de kersverse Nederlands kampioen allround van 2011. 'De mensen zeggen dat ze weer straalt, dat ze blij is, dat ze weer schaatst zoals in het verleden, in mijn Jong-Oranjeploeg. Dan krijg je veel terug.
'Marrit en ik hebben een klik. We hebben aan één blik genoeg. Dat is in dit vak het mooiste dat er is.
'Dan gebeuren er dingen als bij de voorbije NK allround. Na twee dagen sloegen de zenuwen bij haar toe. Ze leidde in het klassement. Maar ze sloot zich niet af zoals de voorbije twee jaar gebeurde. Ze werd niet stram en stijf, waardoor haar ontspannen slag verdwijnt. Ze vertelde het me allemaal in de auto naar Thialf. Ik zag ook wel aan haar dat ze slecht had geslapen. Dan gaan we er wat aan doen. Dat maakt het vak makkelijk.
'Ik zei haar dat ze elk van de vier afstanden goed kan rijden. Vaak genoeg bewezen immers. Dat ze zich eerst op de 1500 meter moest concentreren en dat de 5 kilometer van later zorg was. Dat werkte direct bij haar. Ze kwam in de flow. Ach, weet je, er zit altijd onzekerheid in sporters, hoe groot ze ook zijn.'
Van Veen instrueert zijn rijders 'direct en duidelijk'. 'Als ik bij Marrit iets fout zie gaan, concentreer ik me op die ene fout. Ik instrueer heel gedetailleerd. Want ze is perfectionistisch ingesteld. Ze pikt dat heel snel op. Ze geeft ook rap feedback terug.'
Hij trainde de Friezin, toen zij wereldkampioen bij de junioren werd. De Drent van 41 kent de toon die hij moet aanslaan bij haar, een vaderlijk klinkend advies. 'Coachen is de juiste dingen zeggen als het spannend wordt. Dat is het extra van de goede coaching.'
Advies
Leenstra kwam deze zomer bij hem om advies, hoe ze verder moest. Het ging nog niet eens om een contract. 'Ik zei haar dat ze weer moest gaan bewegen als geheel. Dat trainen van een deelbeweging en dat later weer bijeen voegen, dat is fout bij Marrit. Ze moet de totaalbeweging doen en die los en ontspannen houden. Dat is haar geheim.'
Dan straalt zijn pupil. Van Veen: 'Daar gaat 't in dit vak uiteindelijk om. Blije mensen.'