Aangezien ik, en ik zal vast niet de enige zijn, wereldrecords niet zo erg vind, heb ik even wat dingetjes over deze snelle schaats op een rijtje gezet.
- Punt in het ijs bij start: hierdoor mogelijk iets snellere openingen op alle afstanden. Pikstartje kan weer.
- Geen energie naar veer: je wordt minder snel moe op lange afstanden. Dit zou voordelig kunnen zijn voor de Verweijs en Yuskovs op allroundtoernooien, omdat ze minder kracht hoeven te leveren over dezelfde tijd, dus minder arbeid (W=F*s). Maar ja, Kramer hoeft ook minder kracht te leveren, dus hoeveel het uiteindelijk uitmaakt...
-
20 tot 30 seconden snellere tijden op 10 km: Dit is ongeveer 1 seconde per ronde. Dat zei men ook over klapschaats. Bij die schaats werd het wat meer. Laten we hopen dat dat bij deze schaats ook gebeurt.

- Te snel kan ook: op de 500m en 1000m waar de gemiddelde snelheid hoger ligt dan op de 500 kan het problematisch worden in de bocht, omdat het nog harder gaat, en de hoek met het ijs kleiner wordt. Dit kan vooral problemen opleveren op krappe banen zoals Inzell. Over enkele jaren zullen schaatsers er wel aan gewend zijn.
-
Meer fun voor publiek: omdat alles een stuk harder gaat, kan het publiek meer juichen om records, ook op lange afstanden en laaglandbanen. Dat trekt mogelijk publiek aan.
- Maar het is nog zomer!?: het is al meteorologische herfst hoor. We hebben 34'ers en 38'ers al gezien dit seizoen. Meeste ijsbanen gaan over een maandje al weer open, en voor die tijd wakkert de schaatskoorts al aan, met aanmelden voor schaatscursussen, het in de wacht slepen van kaartjes om bij wedstrijden te kijken (indien van toepassing) en het slijpen van je schaatsen wat je eigenlijk al eerder had moeten doen omdat we nu richting de periode gaan dat iederéén dat wil gaan doen.