Het AD quote hem veel genuanceerder (enig nuance is ''sportnieuws'' immers volledig vreemd): https://www.ad.nl/schaatsen/heeft-j...een-zwijnenstal-van-zijn-hotelkamer~a998bc10/ Jillert is en blijft een rupsje nooitgenoeg. Al snap ik hem wel een beetje met betrekking tot die 10km. Die rijdt Stolz de komende seizoenen waarschijnlijk niet meer en zeker niet meer in deze vorm. Liet overduidelijk een kans liggen om onder de 13.00 te rijden. Tegelijkertijd: waarom risico nemen?
In SLC eindigde hij toch op de 10K met een enorme versnelling? Hier versnelde hij een beetje, met aan het eind nog een 30.8, maar leek er ook gewoon niet meer in te zitten. Als hij had gekund, kan ik me voorstellen dat hij een ronde eerder al de 30 in zou duiken met een 29-er tot besluit.
Orie is zeker een gretige coach die direct klaar staat met zn feedback, wat je daar ook van mag vinden. Maar dat in your face is mogelijk ook vanwege het enorme lawaai in zo'n stadion. Stolz kon sommige interviewvragen ook niet goed verstaan en kroop ook bijna in de microfoon.
Voor het eerst was ik in Inzell om zowel WK sprint als WK allround bij te wonen. Wat een verademing vergeleken met Thialf. Hier kon ik het hele ijsstadion rondlopen en mijn eigen (gezondere) eten en drinken meenemen. Mooie wedstrijden gezien. Veel ex-schaatsers die gewoon tussen het publiek (en zelfs op de trap) zaten. Dat kom je in Thialf niet meer tegen. Mooie 4 dagen meegemaakt. Nu nog 2 dagen Salzburg er achteraan.
Dat laatste rondje zegt mij niet zoveel. Je kon aan zijn slag zien dat hij de hele rit op reserve reed. Soms ging het Stolz in de eerste fase van de race zelf ook even te gemakkelijk (laks zou ik het bijna willen noemen) en moest hij weer van 31-half naar 31,0 versnellen, wat normaliter ook onnodig veel energie kost en je later kan opbreken. Hij opende voorts onnodig langzaam in 36,0, waar hij toch snel 1-2 gratis seconden laat liggen. Die 12.58 was goed haalbaar, daar twijfel ik niet aan. Het was voor de zege echter niet nodig en dus heeft Stolz het verstandig aangepakt, maar ik vind het ergens ook wel jammer dat hij hier die kans laat liggen.
Ik heb het niet snel met toernooien in het buitenland en ik vermaak me in Thialf ook altijd prima (los van de irritante dj met z'n ''er zit een lichtje achterop de mobiele telefoon''), maar ik heb hier toch vier dagen met enige jaloezie naar gekeken. Ik was er graag bij geweest. Heerlijk sfeertje.
Heiden ging van 14.59 (WR was toen 14.38) in 1977 naar 14.43 in 1979 (WR laagland) naar 14.28 in 1980 (WR, zou nooit verbroken worden, maar maand later was het al zover). Dus 31 seconden progressie. Heiden was in 1979 al dominant op alle afstanden. Stolz z'n PR ligt nu 34 seconden boven het WR, en hij reed er in een hap 13 seconden van af. Er zit overduidelijk nog rek in. En de vraag is of hij z'n training nu uberhaupt radicaal gaat omgooien. Want met 9.4 - 33.6 - 1.05.3 ben je toch al overduidelijk de beste sprinter ter wereld. Z'n grootste uitdaging ligt om onder de 1.40 te duiken, daarvoor kan iets meer duurtraining toch niet verkeerd zijn? (OK, misschien wil hij ook nog onder de 1.05, en onder de 33.5, geen idee, dan zou pure snelheid trainen beter zijn). Hij zou prima ook het WR op de 3K kunnen aanvalllen, en zolang het zijn dominantie op de sprint niet aantast, heeft hij altijd nog *de optie* om voor 2026 te besluiten om de 5K erbij te pakken. Mits hij dan in SLC zonder te forceren onder de 6.10 kan rijden. Als hij daarbij in de buurt komt, zou het een gevaarlijke klant worden. Misschien fluistert Jillert hem wel in dat hij de eerst kan worden onder de 6 minuten...
Vooral dat laatste. Het was heel dom geweest om mee te gaan met Roest in rondjes in de 30, terwijl je zo weinig ervaring op die afstand hebt. En het was ook niet alsof hij nu nog heel veel in de tank had en af kon sluiten met een paar 29-ers. Ik denk dat Stolz zijn 10km echt nagenoeg perfect opbouwde voor iemand die hem pas één keer eerder reed. Maar Jillert is graag tegendraads. Soms leuk, soms wat vermoeiend. EDIT: Zijn quote "Maar je moet vastberaden zijn, niet over het paard getild. Niet denken dat je de nieuwe Sven Kramer bent. Dat zie je met die Nederlandse jongens hier, die juichend over de streep komen met 37,4, terwijl ze op de 5 kilometer door een sprinter eraf gereden worden", vind ik wel weer echt heel irritant. Weer zo'n sneer richting andere Nederlandse ploegen. Bemoei je daar gewoon niet mee. Huizinga en Jansman hebben niet 10 procent van het talent van Stolz. Dat mag je niet vergelijken. Ze hebben beiden gewoon een goed seizoen gehad. Wat hebben Anema's eigen mannen dit seizoen eigenlijk gepresteerd op de langebaan? Gert Wierda reed toevallig ook 37,4 op het NK Allround. En 6.25. Elf seconde langzamer dan sprinter Stolz. Om over zijn 13.34 maar helemaal niet te spreken.
Mooie analyse. Ik volg Roest al een beetje sinds zijn juniorentijd. Hij is inderdaad wat atypisch. Hij is ook twee keer veranderd als type schaatser. Als B-junior leek hij echt een specialist voor de lange afstanden te gaan worden. Als B2-junior reed hij 6.36 en 13.49, tegenover 1.51 op de 1500 meter.* Een echte stayer, zou je zeggen. In de jaren daarna werd hij steeds meer een type voor de kortere afstanden. Zoals best veel Nederlandse mannen zo'n transitie maken of hebben gemaakt, de laatste jaren. Een jaar later (als A1) reed hij nog steeds 6.36, maar zijn 1500 meter ging vooruit van 1.51 naar 1.48. Als A2 reed hij 36,7 op de 500 meter, terwijl hij als B-junior nog 38,1 reed, maar op de 5km reed hij nog altijd rond die 6.36. Hij won dat jaar zelfs brons tussen de specialisten op de 500 meter bij de WK junioren. En zilver op de 1000 meter. Dat type schaatser bleef hij tot en met het Olympisch seizoen van 2018. Hij plaatste zich voor de 1500 meter (en won zilver), maar niet voor de 5000 meter. Bij het WK allround in Amsterdam dat hij won, won hij de 500 meter en werd hij vierde op de 5km. Daarna ging hij zich duidelijker toeleggen op de 5 en 10 km. Hij heeft daardoor wel topsnelheid ingeleverd. Maar openen kan hij dus nog steeds goed. In het begin van het topic hadden we het al even over schaatsers die verhoudingsgewijs heel goed kunnen openen, terwijl het geen spriners zijn. Pechstein, onder meer. Ritsma werd genoemd. Wouter Olde Heuvel opende ook regelmatig 10,0 of 10,1, herinner ik me, maar kon dat niet vertalen naar echt snelle 500 meters. Bij goed openen komen toch weer andere kwaliteiten kijken dan bij een hoge topsnelheid hebben. Het vraagt ook een andere techniek. Die heeft Roest goed onder de knie. Eitrem en Huizinga (onder meer) hebben daar juist veel moeite mee, terwijl hun topsnelheid niet veel lager ligt dan die van Roest. Bij het sprinttoernooi herinner ik me ook de Italiaan Trentini, die 10,2 en 10,3 opende, maar die wel (op de 1000 meter) rondjes 25-laag liet zien. Vaak zie je ook dat schaatsers die al van jongs af aan langebanen relatief goed openen terwijl de zij-instromers uit het skeeleren en shorttrack (Swings, Davis) relatief veel moeite hebben met die eerste 100 meter. Misschien heeft het ook met bochtentechniek te maken. Sommige schaatsers hebben de bochten nodig om op snelheid te komen. Anderen hebben juist moeite met een bocht op hoge snelheid. (* = Met dank aan osta.nl. Dit weet ik echt niet uit mijn hoofd)
Misschien dat de verwachtingen tijdens het seizoen, zeker na het EK, zijn bijgesteld voor Groenewoud, maar ik vermoed dat zij voor dit seizoen getekend had voor 2 Europese titels, 1 wereldtitel en een 2e plek op het WK Allround. Vooraf aan het seizoen zal dat een lijstje zijn geweest wat Rijpma als doelstelling had. Alleen dan een p1 ipv p2 op het WK Allround. Onderaan de streep heeft Groenewoud een iets beter seizoen gehad dan Rijpma.
Inzell is zeker leuk en relaxed, maar wellicht ligt het meer aan Nederland. Hier weten ze elk feestje (in de meest brede zin van het woord) in no-time te commercialiseren. In elk geval veel plezier in Salzburg!
In het kader van “schaatsers ontmoeten in Inzell” heb ik gisteren ook nog Zhongyan Ning kunnen afvinken, die samen met Haonan Du (vermoed ik) naar het allroundtoernooi zat te kijken. Ning blijft tot 2026 bij De Wit, zei hij. En hij was uiteraard heel erg blij met z’n wereldtitel. Zijn Engels was niet verkeerd voor een Chinees, zijn uitspraak vond ik vooral erg goed. Op het moment dat ik Ning zag zitten, was ik eigenlijk op zoek naar Nils, die we later ook nog vonden. Tja, het begint allebei met “Ni…” !
Ja het was erg leuk. In mijn vak zaten er vaak schaatsers achter me: de grootste naam was Håvard Lorentzen. Maar ook Jenning de Boo, Joep Wennemars, Nico Ihle, Wesly Dijs, Beau Snellink, Havard Lorentzen en heel veel andere Noorse schaatsers heb ik achter me gezien. En ook heel even nog Friesinger en een andere keer Jackson en Goetz. Het loonde om af en toe om te kijken omdat je geen idee had welke schaatser nu weer achter je kwam zitten En dan zaten Marcel en ik ook nog vooraan, recht voor het podium, en de plek waar het onofficieel WK Theemutswerpen werd gehouden. (Volgorde bewerkt)
Ko had een mooie analyse van de start- en topsnelheid van Roest. Ik heb gisteren over iets anders nagedacht, wat ook met tijden te maken heeft. Als je de verhouding tussen de 5km en de 10km tijd uitrekent, dan heeft Engebraten gisteren verrassend genoeg de beste 10km gereden. Twee keer zijn 5km, plus precies 27 seconde. Ghiotto staat op twee (+28,05). En wie staat er op drie? Jordan Stolz! (+35,24). (Exact gelijk met Swings, toevallig genoeg. Daarna volgen respectievelijk Malfatti, Roest, Eitrem en Pedersen). Hoe kan zoiets bij hem als sprintertype? Hersman had het er ook al over dat de 5 kilometer voor sommige sprintertypes lastiger is dan de 10 kilometer. Hij noemde Postma als voorbeeld (wel de eerste winnaar van het WK afstanden op de 5km, maar goed). Volgens mij gold het ook voor Wennemars. De uitleg van Hersman daarover vond ik niet zo sterk. Je gaat minder snel in het rood, zei hij. Maar dat geld toch voor iedereen? Ik heb gisteren wel een verklaring bedacht. Of in ieder geval een deel van de verklaring. Het is best ingewikkeld. Ik probeer het begrijpelijk uit te leggen. Echte 5 kilometer specialisten zoals Roest en Eitrem rijden een goede 5km met rondjes 29,0 gemiddeld. Terwijl hun topsnelheid (dan ga ik even uit van het eerste rondje op de 1500 meter, dus niet echte sprintsnelheid, maar de maximale snelheid die ze nog enigszins ontspannen kunnen rijden) 26,0 is. 3 seconde verschil dus. Stolz rijdt zijn 5km met rondjes 29-hoog, terwijl zijn topsnelheid 25,2 is. Ruim 4,5 seconde verschil. Daarmee zeg ik niet dat Stolz zijn 5km niet goed reed, of te voorzichtig. Zeker niet! Maar als sprinterstype (wat hij wel gewoon is en blijft) moet hij op de 5km gewoon echt gas terug nemen om het te overleven. Terwijl Roest en Eitrem het als 5km-specialisten bijna als een verlengde 1500 meter zien. (Ik zou iets kunnen zeggen over aerobe en anaerobe energiesystemen, want daar heeft het alles mee te maken, maar ik heb daar net te weinig kennis van). Wat ik schetste betekent dat de 10km voor Roest en Eitrem echt een wezenlijk andere afstand wordt dan de 5km. Die kunnen ze niet als een verlengde 1500 meter rijden, daarvoor is het echt te lang. Dus waar Stolz echt gas terug moet nemen voor een 5km, moeten zij dat niet zozeer doen voor een 5km, maar wel voor een 10km. Stolz daarentegen rijdt zijn 5km al echt als een lange afstand, in een soort van steady state, met een hartslag rond zijn omslagpunt. De 10km is voor hem dan (overdreven gezegd) 'meer van hetzelfde'. Natuurlijk niet helemaal, hij rijdt zijn rondjes nog steeds een dikke seconde langzamer, maar het verklaart volgens mij wel waarom hij op een 10km minder tijd inlevert dan je misschien zou verwachten.
Perfect de Leen Pfrommer-regel dus: Een schatting voor de 10 kilometertijd is = 2 x de 5000 metertijd + 35 seconden. Dat was al zo toen ze er nog 15 minuten over deden, dus eigenlijk zou het zo langzamerhand minder dan 35 seconden moeten zijn. Aan de andere kant zijn de huidige allrounders minder ervaren in het rijden van 10 kilometers.
Pfrommer ging volgens mij altijd uit van 2x de 5km plus 25 seconden. Seconde per ronde extra dus, met de aantekening dat dit voor echte stayers 20 seconden mag zijn omdat die in verhouding beter worden naarmate de afstand toeneemt en voor rijders die in verhouding juist beter zijn op de korte afstanden dit op mag lopen naar 30 seconden.
Toch alleen maar na de zoveelste vraag, in de live interviews antwoordde ie netjes dat ie met zichzelf bezig is, zijn eigen ritten goed rijden. Stolz kwam maar ter sprake omdat de vragen van Bert bleven komen. En hij was eerder zelfkritisch genoeg om te weten dat ie zijn 5000m verkeerd had aangepakt.
Echt he, niet normaal afgelopen weekend. Gelukkig was Ireen er, en nadien de commentatoren, om wat tegengas te geven. Jan Modaal zou anders nog teleurgesteld kunnen zijn met die 1.41,78.