De post van
@Yuskov van maandag heeft me aan het denken gezet. Hoe kan het nou dat het net lijkt alsof Nederland al jaren weinig nieuwe talenten heeft bij de junioren mannen, terwijl Nederland nog steeds goed meedoet bij de mannen? Antwoord: omdat Nederland al erg lang met dezelfde schaatsers medailles haalt.
Drie in zes jaar
Ik heb een overzicht gemaakt van de jaren waarin schaatsers voor het eerst een medaille winnen op een Groot Toernooi. Dat kan een WK allround, WK sprint, de Olympische Spelen of het WK afstanden zijn, dat maakt niet uit, een schaatser komt in de lijst als hij zijn eerste individuele medaille haalt op één van die vier toernooien. Zo waren er heel veel Nederlandse mannen die een medaille wonnen in Sotsji, maar alleen voor Ronald Mulder was het zijn eerste (en laatste) medaille op een groot toernooi. In 2015 haalden marathonschaatsers Douwe de Vries, Erik-Jan Kooiman en Arjan Stroetinga hun eerste grote medailles. In 2016 was die eer voor het duo Krol en Verbij, in 2017 kwam Roest erbij en in 2018 Marcel Bosker. Maar daarna droogde het op. In de vier jaar daarna haalde Nederland vrijwel alle medailles bij de mannen met schaatsers die in de jaren daarvoor hun eerste grote prijs hadden gehaald. Alleen Dai Dai N'tab was nieuw op het podium, met brons op het WK afstanden 2021, al zou het me niet verbazen dat hij daar alleen stond omdat de Aziaten niet mee konden doen. In 2023 en 2024 kwamen Bart Hoolwerf en Jenning de Boo er wel bij op het WK-podium, maar het houdt niet over. Slechts drie nieuwe WK-medaillewinnaars in 6 jaar. De laatste keer dat het nog minder was bij de mannen, was in de periode 1982-1987, maar goed, toen had je nog geen WK afstanden en won Nederland maar liefst nul medailles op de Olympische Spelen van Sarajevo.
Een overdaad aan schaatsers en ploegen
De laatste veelwinnaar die er bij is gekomen voor Nederland is Patrick Roest in 2017. De schaatsers die er daarna bij komen, hebben nog niet veel gewonnen (Bosker, N'tab) of hebben nog meer jaren nodig om te laten zien of ze nog wel een veelwinnaar zijn of niet (Hoolwerf, De Boo). De afgelopen jaren waren het voornamelijk Roest, Nuis, Verbij en Krol die voor de medailles zorgden en die kennen we allemaal al jaren.
Hoe anders was het in 2011 en 2012. Nuis, Groothuis, Smeekens, Blokhuijsen, Bob de Vries, Bergsma, Mulder, Verweij, het kon niet op. Zo veel Nederlandse schaatsers vonden de weg naar boven. En kort daarna gebeurde dat ook bij de vrouwen. Het leek wel alsof elke Nederlandse vrouw die goed was op de (middel)lange afstanden een medaille kon winnen op een WK. Valkenburg, Voorhuis, De Vries, Nauta, Kleibeuker, Joling, Achtereekte en op de massastart Schouten en Huisman. En uiteraard had je ook nog Ter Mors, Van Beek, Oenema en de grote Wüst. En er waren minstens zo veel schaatsteams. TVM, Beslist.nl, BAM, Corendon, Project 2018, Activia, BrandLoyalty, Liga, noem ze allemaal maar op. En dan kwamen er rond die tijd ook nog namen voorbij als Afterpay, Op=Op Voordeelshop en Koopjesdrogisterij.
Junioren
Tegenwoordig is het schaatsen minder gefragmenteerd. Er zijn een paar grote ploegen en ook wat minder vrouwen die medailles winnen. Maar de vrouwen die medailles winnen, zijn veel meer dan in het verleden veelwinnaars. Rijders als Kok, Leerdam, Groenewoud en Rijpma-de Jong staan bijna elk jaar wel op het podium, Schouten ook uiteraard, en Beune zie ik dat ook wel doen in de komende jaren. Gek is dat niet. Van de laatste 8 allroundtitels op het WK junioren gingen er bij de vrouwen 7 naar Nederland. Bij de mannen is dat aantal twee: Huizinga in 2017 en Wennemars in 2022. Desondanks rijden er nu genoeg mannen rond die de potentie hebben op individuele WK-medailles te halen. Huizinga, Snellink, Prins, Wennemars, Scheperkamp en misschien ook wel Westenbroek. Maar dat hebben ze voorlopig nog niet gedaan. En ja, dan klopt het dat bij de mannen tegenover elke nieuwe Nederlandse WK-medaillewinnaar heel veel buitenlanders staan. Bij de vrouwen lijkt het zo langzaamaan in aantallen ook wel ietsje op te drogen, maar met Angel Daleman op komst zal Nederland bij de vrouwen voorlopig niet om medailles verlegen zitten.
En hoe ziet dat er dan uit in grafiekvorm? Nou, zo:
Bekijk bijlage 5873
(Die min bij de vrouwen hoort daar niet, maar ik kreeg het even niet anders voor elkaar)
En wie meer van lijstjes houdt, bedien ik ook.
Schaatsers die hun eerste medaille halen op een groot toernooi (WK / OS), per jaar
MANNEN
1980: Hilbert van der Duim, Lieuwe de Boer
1981: -
1982: -
1983: -
1984: -
1985: Hein Vergeer
1986: -
1987: -
1988: Leo Visser, Jan Ykema, Gerard Kemkers
1989: -
1990: Bart Veldkamp, Ben van der Burg
1991: -
1992: Falko Zandstra
1993: Rintje Ritsma
1994: Ids Postma
1995: -
1996: Gianni Romme, Jeroen Straathof, Martin Hersman
1997: Bob de Jong, Jan Bos
1998: Erben Wennemars
1999: Jakko Jan Leeuwangh
2000: -
2001: Carl Verheijen
2002: Jochem Uytdehaage, Gerard van Velde
2003: Ralf van der Rijst
2004: Mark Tuitert
2005: Sven Kramer
2006: -
2007: Brigt Rykkje
2008: Wouter Olde Heuvel
2009: Simon Kuipers
2010: -
2011: Kjeld Nuis, Stefan Groothuis, Jan Smeekens, Jan Blokhuijsen, Bob de Vries
2012: Jorrit Bergsma, Michel Mulder, Koen Verweij
2013: Hein Otterspeer
2014: Ronald Mulder
2015: Douwe de Vries, Erik-Jan Kooiman, Arjan Stroetinga
2016: Kai Verbij, Thomas Krol
2017: Patrick Roest
2018: Marcel Bosker
2019: -
2020: -
2021: Dai Dai N'tab
2022: -
2023: Bart Hoolwerf
2024: Jenning de Boo
2025: -
VROUWEN
1980: Annie Borckink, Ria Visser
1981: -
1982: -
1983: -
1984: -
1985: -
1986: -
1987: Yvonne van Gennip
1988: -
1989: -
1990: Christine Aaftink
1991: Lia van Schie
1992: -
1993: -
1994: -
1995: Annamarie Thomas
1996: Sandra Zwolle, Carla Zijlstra
1997: Tonny de Jong, Marianne Timmer
1998: -
1999: -
2000: -
2001: Renate Groenewold
2002: Andrea Nuyt, Gretha Smit
2003: -
2004: Wieteke Cramer
2005: Ireen Wüst, Barbara de Loor
2006: -
2007: -
2008: Paulien van Deutekom, Annette Gerritsen
2009: Margot Boer
2010: Laurine van Riessen
2011: Diane Valkenburg, Jorien Voorhuis
2012: Thijsje Oenema, Linda de Vries
2013: Lotte van Beek
2014: Yvonne Nauta, Jorien ter Mors, Carien Kleibeuker
2015: Marije Joling, Carlijn Achtereekte, Irene Schouten, Mariska Huisman
2016: Antoinette de Jong
2017: -
2018: Annouk van der Weijden, Marrit Leenstra, Esmee Visser
2019: -
2020: Jutta Leerdam
2021: Femke Kok, Marijke Groenewoud
2022: -
2023: -
2024: Joy Beune
2025: -