Dat zal er mee te maken hebben dat zijn laatste wedstrijd de Fall Classic 2023 was en zijn laatste wedstrijd op TV de OS 2022.
Ik blijf in de openingen verstrikt, en het lijkt me interessant om de kijken op welke afstanden op het moment snel geopend wordt. Per afstand heb ik alle openingen sinds 97-98 onder een bepaalde limiet verzameld, en daarna gekeken hoeveel daarvan gereden zijn door nog actieve schaatsers. Ik mis vast wel ergens een snelle opening, zeker voor de lange afstanden, omdat ik voor de 500m en 1000m veel meer moeite heb genomen om het zo compleet mogelijk te krijgen dan de rest, maar dit is goed genoeg. Alle Russen heb ik als niet-actief geteld. Ik begin met de afstand waar de meeste openingen door actieve schaatsers gereden zijn en eindig met de minste. 500 meter mannen: Van de 118 openingen onder de 9.5 seconden zijn er wel 60 (50.8%) gereden door een nog actieve schaatser. Yuma Murakami is goed voor 20 van deze, en Tingyu Gao nog eens 16. Dit bevestigt wederom dat de mannen tegenwoordig snel openen. 1500 meter vrouwen: De limiet is 25.00, en van de 58 openingen onder die limiet zijn er 28 (48.3%) gereden door actieve schaatsers. De koningin van snelle 1500 openingen, Heather Bergsma, doet niet meer mee, maar met Brittany Bowe, Miho Takagi, en Jutta Leerdam hebben we nog wel een paar andere snelle openaars over. 10000 meter mannen: Van de 44 openingen onder de 34 seconden zijn er 18 (40.9%) door schaatsers die nog meedoen gereden. Dit is 13 keer Ted-Jan Bloemen, 2 keer Seung-Hoon Lee, 2 keer Patrick Roest, en 1 keer Davide Ghiotto. De laatste keer dat Bloemen het deed was bijna 3 jaar geleden en voor Lee is het ruim 13 jaar geleden, dus eigenlijk wordt er minder vaak nu nog hard geopend dan deze statistiek doet denken. 1000 meter mannen: Limiet van 16.20, en 86 openingen daaronder, waarvan 35 (40.7%) door actieve schaatsers. Bijna de helft (16) zijn van Laurent Dubreuil, maar verder hebben we ook Yuma Murakami, Jordan Stolz, en Tatsuya Shinhama die het meerdere malen gedaan hebben. 1500 meter mannen: Hier is de limiet 23.20, met 23 (33.3%) van de 69 openingen gereden door nog actieve schaatsers. Dit is de enige die er dit seizoen al eentje bij heeft gekregen, met een 23.09 van Jenning de Boo. Als Thomas Krol niet was gestopt was het percentage veel hoger geweest want hij heeft het 11 keer gedaan, maar Jordan Stolz zit inmiddels ook al op 4, en er zijn best wel wat willeurige Canadezen en Japanners die een keertje snel openen, zoals Marc-Andre Doyon (23.18), Cooper Emin (23.09, 23.15), Masaya Yamada (23.06), en natuurlijk Souki Ooshima (22.92). 1000 meter vrouwen: Na drie mannenafstanden weer een keer de vrouwen. Onder de limiet van 17.60 seconden is 65 keer gereden, waarvan 16 (24.6%) door nog actieve schaatsers. Onze eigen Femke Kok is hier de grootste verdiener met zes keer, waaronder 17.53 op het afgelopen WK sprint. Ze is nog geen Sang-Hwa Lee, die met 12 keer recordhouder is. 3000 meter vrouwen: We gaan nu onder de 10 procent. Van de 54 openingen onder de 19.4 seconden zijn er maar 5 (9.3%) gereden door een nog actieve schaatser. Dit zijn Francesca Lollobrigida (19.02, 19.27), Miho Takagi (19.26), en Nikola Zdráhalová (19.32, 19.33). Ireen Wüst en Anni Friesinger waren met 16 en 13 snelle openingen degenen die het het vaakste deden. Vooral Friesinger deed het op bijzondere momenten. Ze opende vier keer onder de 19 seconden (18.81 Calgary, 18.82 & 18.85 SLC, en 18.94 Hamar), en opende zelfs 19.07 en 19.28 op de buitenbanen van Innsbrück en Den Haag. Hier mis ik ongetwijfeld nog wel een snelle opening van Friesinger bij een wedstrijd waarvan ik geen rondetijden heb, en waarschijnlijk opende Heather Bergsma ook wel onder de 19.4 bij haar 4:05.83 in Milwaukee in januari 2015, maar ook die rondetijden heb ik niet. 5000 meter vrouwen: Hier is de limiet een mooie ronde 20 seconden, en daar is 48 keer onder gereden. Maar 4 (8.3%) zijn gereden door schaatsers die nog meedoen. Dit zijn Martina Sáblíková (19.93), Francesca Lollobrigida (19.95), Merel Conijn (19.96), en Marijke Groenewoud (19.97). Ook hier hebben Wüst en Friesinger de records met 9 en 8 respectievelijk. Heather Bergsma heeft een bijzonder record, want ze heeft bij 100% van haar 5 kilometers de snelste opening ooit gereden. Op het WK allround 2015 reed ze haar eerste en laatste 5 kilometer, en ze opende in 19.35 seconden, ruim 2 tiende sneller dan Friesinger ooit reed in 2003. 5000 meter mannen: We hebben hier 52 openingen onder de 18.2 seconden, waarvan er maar 2 (3.8%) gereden zijn door nog actieve schaatsers. Dit zijn Patrick Roest met 18.05 bij zijn Nederlands record, en Shane Williamson die op het Japanese allroundkampioenschap in december 2014 opende met 18.10. De laatste keer dat we Williamson internationaal hebben gezien is 2022, en in Japan rijdt hij alleen maar lokale wedstrijden en geen kampioenschappen, dus ik weet niet eens of we hem wel moeten tellen. Sven Kramer en Jan Blokhuijsen domineerden dit en samen hadden ze meer dan de helft met 19 en 14 respectievelijk. 500 meter vrouwen: Waar is de 500 meter vrouwen gebleven? Hier, helemaal onderaan, met een zielige anderhalf procent. Er is in totaal 130 keer onder de 10.3 seconden geopend, en een zeer sneue 2 daarvan zijn gereden door nog actieve schaatsers. Dit zijn 10.24 van Andżelika Wójcik en 10.29 van Ruining Tian, allebei gereden bij WB4 21-22 in Calgary. En dat was ook de laatste keer dat er onder de 10.3 is geopend, dus het mag wel weer een keer. Zelfs als je de 63 openingen van Jenny Wolf weghaalt staat deze afstand met 3.0% (2/67) nog steeds onderaan. ------------------------ Conclusie: De mannensprint gaat hard, de vrouwen 500 meter is heel sneu, en op de lange afstanden begint men tegenwoordig wat rustiger om later meer over te houden. Hieronder ook nog een plaatje met alles op een rijtje, inclusief de 3000 meter mannen die ik hierboven niet besproken heb. Verder staat er ook in wie de snelste opening per afstand heeft en wie er het vaakst onder de limiet heeft geopend.
De één raakt op een magistrale manier verstrikt in openingen. De ander verliest zich in op het oog volstrekt willekeurige tijden van onbekende junioren ... Aangezien ik in categorie twee val, ben ik altijd op zoek naar jonge schaatsers die over een aantal seizoen misschien in de WB terecht kunnen komen. Deze keer wil ik jullie in een veel te vroeg stadium graag voorstellen aan de 15-jarige Amerikaan David Provod. Hij reed op 25 februari 2023 zijn eerste officieel getimede wedstrijd in Milwaukee en heeft sindsdien - even tellen … - 36 PR's gereden. Er zijn er vast die dat overtreffen, maar daar gaat het niet om. Wat is er dan wel interessant aan deze jonge Amerikaan? Wel, hij is op dit moment in dit seizoen de snelste C-junior op de 500 meter, 1000 meter, 1500 meter, 3 kilometer en 5 kilometer. Vijf keer de beste! Voor even. Natuurlijk, het seizoen is nog pril en hij rijdt zijn rondjes in Salt Lake. Dat helpt, maar toch vind ik het opvallend. Op de 1000 meter is hij 2,5 tel rapper dan de nummer 2, op de 1500 meter bijna 3 seconden, op de 3 kilometer is het verschil 4,5 seconde en op de 5 kilometer gaat het momenteel om bijna 1 hele minuut. Niet zo gek aangezien er kennelijk pas 3 junioren C dit seizoen een 5 kilometer hebben gereden. Een andere manier om zijn opmerkelijke tijden te bekijken, is door zijn PR's naast die van (ongeveer/minder dan) een jaar geleden te leggen. Daar rolt dan dit overzichtje uit: 500: 41.85 - 38.31 1000: 1.23.47 - 1.14.45 1500: 2.10.44 - 1.56.40 3000: 4.23.11 - 4.06.51 5000: 7.33.73 - 7.03.60 Sapristi! Het moge duidelijk zijn dat de jonge David flink onder zijn motorkap is gekropen en vrij fanatiek aan zijn PR's aan het sleutelen is geslagen. Nu deden zijn tijden me ergens aan denken... In mijn beleving was er namelijk ooit een andere Amerikaan die op buitenbanen ongeveer deze tijden reed... Eerst in twee weekenden op rij bij het WK Allround en WK Sprint en een jaar later bij de Olympische Spelen. Waar hij ook vijf keer de beste was. Alleen dan voor eeuwig. Je weet wel. Die ja. Tenminste, dat dacht ik. Dus ben ik maar even gaan grasduinen. Hieruit rolt de volgende vergelijking, totaal belachelijk en idioot, maar toch ook wel leuk. PR's van David Provod 38.31 - 1.14.45 - 1.56.40 - 7.03.60 Eric Heiden WK's 1979 38.22 - 1.14.99 - 1.56.05 - 6.59.15 Eric Heiden OS 1980 38.03 - 1.15.18 - 1.55.44 - 7.02.29 Dat lijkt verrekte veel op elkaar, nietwaar? Heb ik hier nu de nieuwe Eric Heiden ontdekt? Nee, natuurlijk niet! Wel lijkt het erop dat David Provod misschien ooit weleens een echte allrounder zou kunnen worden. Ik herhaal; misschien, ooit, weleens. Enne ... hoe verhouden de tijden van Provod zich dan tot die van die andere Amerikaanse wonderboy toen die C2 junior was? Je weet wel wie. Die ja. Nou, laten we gewoon voor de gein eens kijken! David Provod 38.31 - 1.14.45 - 1.56.40 - 7.03.60 Jordan Stolz 38.55 - 1.16.71 - 2.01.61 - 7.48.15 Pardon? Wauw? Klopt dit? Ja, het lijkt spectaculair, maar het zegt lang, lang niet alles. Ten eerste is Provod van September en is Stolz van Mei en daarmee schelen ze bijna een jaar terwijl ze in deze vergelijking wel in dezelfde leeftijdsklasse zitten. En ten tweede kan een jonge sporter soms in 1 seizoen heel veel sneller worden. Om dat even te illustreren en zelfs dik te onderstrepen, laat ik nog even zien hoe enorm de progressie was die Stolz maakte in het seizoen dat ie van C2 naar B1 junior ging. Let op! 500: 38.55 - 36.29 1000: 1.16.71 - 1.11.25 1500: 2.01.61 - 1.52.23 3000: 4.24.77 - 4.06.51 5000: 7.48.15 - 6.52.16 Wat een stormachtige ontwikkelingen maakte Stolz toen ineens door. En daarom vind ik jonge schaatsers volgen zo leuk. Ze gaan steeds sneller en sneller en je weet gedurende een x aantal jaar nooit waar het gaat eindigen. De sprongen die Stolz in dit ene seizoen maakte, waren destijds al fenomenaal. Maar toen kon niemand nog bevroeden hoe goed hij een paar jaar later al zou zijn. Het zou me compleet verbazen als David Provod ook nog eens zo vooruit weet te schieten in 1 van zijn nog resterende 5 junioren jaren. Maar het is een Amerikaan en Amerikanen doen soms bijzondere dingen op 400 meter ijsbanen. Aan inspiratie zal het de jonge Provod vast niet ontbreken. Dus ik ga zijn avonturen met veel plezier in de gaten houden. Waar ze ook mogen eindigen. Overigens kom je tijdens het graven in die cijfertjes ook altijd weer bijzondere dingen tegen. Wat denken we hier van? Het 3 kilometer PR dat de 21-jarige Eric Heiden in zijn laatste seizoen in Inzell op de klokken zette, is voor altijd 4.06.47. En dan! Het 3 kilometer PR dat de 15-jarige David Provod op 14 september 2024 in Salt Lake City reed, staat nu nog op 4.06.51. En dan! Het 3 kilometer PR dat de 15-jarige Jordan Stolz als B1 ooit bij een junioren WB in Enschede in 2019 reed, was 4.06.51.
Het siddert hier nog wat na, na die bizarre tien kilometer in Inzell. Het moet allemaal nog een beetje landen. Want wat is daar gisteren nu gebeurd? Ja, Ghiotto schaatste een officieus WR op de 10.000 meter en Jilek verpulverde officieus het oude WR voor junioren. Het was gekkenhuis. Maar er gebeurde nog wat opvallends. Ghiotto reed vrijdag nog 6.10 en een dag later dus 12.26. Dat is zonder de honderdsten mee te nemen grofweg dus twee keer zijn 5km plus slechts 6 miezerige tellen. Zes! Is dat niet bizar weinig? Dezelfde Ghiotto reed de afgelopen twee seizoenen in topvorm immers nog naar de volgende "plussen". Op het WK Afstanden (6.08 en 12.38) was de plus 22 seconden. Bij het WK Allround (6.06 en 12.40) was zijn plus 28 seconden. Op het WK in 2023 (6.11 en 12.41) was zijn plus 19 seconden. Als ik dan de allerbeste resultaten van Nils van der Poel bekijk, vind ik het volgende vergelijkingsmateriaal. Bij het WK Allround (6.12 en 12.41) was het plus 17. Bij De Spelen (6.08 en 12.30) kwam hij uit op plus 14. Bij het WK in 2023 (6.08 en 12.32) was het plus 16. Nu was Nils van der Poel een van de meest vlak rijdende stayers die ik ooit heb gezien. En die kwam in zijn beste weekenden dus steeds rond de 15 seconden uit. Dan springt deze plus 6 van Ghiotto er toch wel redelijk extreem uit. Is dit nu alleen maar terug te herleiden naar het specifieke voordeel van de kwartetstart? Wat Ghiotto op de 5km vrijdag overigens ook had, maar waar dat misschien veel minder oplevert omdat het half zo lang doorweegt? Iemand ideeën? Of nog meer cijfers van mannen met hele lage plussen? Ik ga zelf nog wat bij Kramer, Romme, Bloemen, Bergsma en Fish buurten. Ben nu wel erg benieuwd!
Ik heb door mijn database gekeken en bij grote wedstrijden vanaf 03-04 zijn dit de kleinste verschillen: Hedrick reed een superslechte 5 kilometer opgevolgd door een redelijke 10 kilometer in 2007 en is daarmee de enige die een negatieve plus heeft. Hij viel niet eens, hij stortte een paar rondes voor einde gewoon compleet in. Ghiotto zien we hier wel terug met de OS 2022 waar die 10 kilometer een PR van 8 seconden was. Verder zien we de echte stayers Bergsma en De Jong, wat Noren, inderdaad twee keer Vd Poel, en een hele rits aan andere willekeurige schaatsers.
En dan hebben we nog Nils van der Poel, die een dag voorafgaand aan zijn 12.46,91 in Inzell slechts 6.35 reed, puur om de wereldbekerlimiet te halen.
Haha, ik hoopte al op zo'n mooi overzicht! En Hedrick, ja dat was af en toe natuurlijk een vreemde paradijsvogel die soms heel gek uit de bocht kon vliegen. Ik had de 11 van Fish en de 3 van Bloemen al gevonden. Fish heeft trouwens een hele reeks dubbels gereden waarbij hij meestal tussen 11 en 23 seconden zit. En die 3 van Bloemen had volgens mij twee voorname oorzaken. Hoe zat het ook alweer... even terug kijken ... Op de 5km had hij duidelijk de benen niet en belandde hij na een paar 29'ers al snel in de 30'ers om zelfs met twee 32'ers af te sluiten. Veel verval dus. Zijn tien was vervolgens niet meer dan ok, maar wel aardig vlak. O ja, en hij pakte daar toen nog verrassend brons mee omdat Roest weer eens monumentaal naar de gallemiezen ging en in de laatste zes rondes nog bijna een voorsprong van 11 seconden op de heel hard op hem inrijdende Fish verspeelde. Dat was een memorabel ritje. Bij het WK van 2004 zie ik dat Boutiette ook slechts 20e op de 5km werd en vervolgens 4e op de 10km. Maar dan zitten we dus 'al' op plus 7. En gaat het in alle gevallen om schaatsers die geen goede 5 reden, maar wel een goede 10. Maar Ghiotto reed vrijdag ook al een zeer goede 5km. Zo blijf ik het zeer opmerkelijk vinden dat hij nu op een extreem lage plus van 4.66 uit komt. Dat is in de laatste 20 jaar in de WB en bij de Grote kampioenschappen dus nog nooit vertoond. Sterker nog; niemand heeft het zelfs ooit benaderd. Ok, de Franse diesel Loy kwam in de buurt, maar deed het ook in een kwartetstart en wel in de exact zelfde rit waar ook de Chmura tijd in deze lijst werd neergezet. De enige andere schaatser die dan ooit binnen de 10 tellen uit kwam was Marco Weber. Maar ook die combineerde een matige 5 (20e met een verval van 30.4 naar 33.5) met een goede 10 (7e met alles tussen 32.2 en 33.3). Wel gaan mijn gedachten nu meteen naar die geweldige BR rit tussen Roest en Bergsma bij ... het ... WKKT van december 2020. Eens vlug kijken! Roest reed daar 6.08.21 en 12.35.20. Dat is dus plus 18.78 Bergsma reed er 6.13.82 en 12.37.72. Dat is dus plus 10.08 Een top combi voor Bergsma, maar net niet onder de 10. Verrek! En Romme dan? ... The Double Dude! Oh nee, die angstaanjagende 13.03 was zonder een vijf. En in Nagano 1998 en bij dat bizarre WK allround in Milwaukee in 2000 kwam hij met die moddervette druipsnor niet eens in de buurt. Dubbelde hij daar in de slortit niet 'gewoon' even de nummer twee Ids Postma in de slotrit? Zoals Malfatti dus gisteren ook gedubbeld werd door Ghiotto. Misschien dat Ghiotto daar in de laatste tien rondes nog een extra extra boost van kreeg. Ik zie in de rondetijden die nu eindelijk online staan, dat hij na een reeks van 29.7 richting het einde nog af kon bouwen naar 29.3 en zelfs eindigde met 29.1 Tjongejonge, zijn 'slechtste' ronde was 30.19 ... en hij reed in totaal maar drie lage 30'ers ... hoe is het mogelijk ... we zijn een haar verwijderd van de eerste tien kilometer met allemaal rondjes onder de 30 ... Wat een race en wat een man! Overigens zie ik nu dan ook de rondetijden van Jilek en die startte met 29.7 niet bepaald behoudend haha. Wel mooi om te zien dat hij vervolgens een vrij grillig schema reed waarin hij na wat 30'ers in de 31'ers belandde, maar niet stuk ging en zelfs weer terug ging richting de 29 om vervolgens nog af te sluiten met twee 30'ers. Om in stijl af te sluiten, voeg ik nog even toe dat zijn 6.15.53 en 12.46.56 over twee verschillende weken trouwens in een prima plus van 15.50 resulteren. Die telt natuurlijk niet mee in deze vergelijking, maar is bepaald niet slecht voor een beginneling.
Oh god wat heerlijk al deze statistieken. Ik ben zo blij dat je terug bent gekomen naar het forum! Nog een extra statistiekje: Jilek reed met 34.43 de snelste opening ooit door een junior op de 10k voor zover ik weet. De snelste die ik hiervoor had gevonden was 34.81 van Kramer op het EK 2005, bijna vier tiende langzamer. Ghiotto was ook erg snel met 33.73, de snelste opening sinds 2017, toen Bloemen 33.56 opende in Stavanger. Voor de nieuwsgierigen is hier een lijstje met de snelste opening door een junior op elke afstand. Dit is niet makkelijk op te zoeken dus het is mogelijk dat ik er eentje gemist heb toen ik deze lijst maakte. Als je een verbetering hebt hoor ik het graag.
Altijd een genoegen om Sang-Hwa Lee weer eens in een lijst te zien schitteren. Die 10.33 op de Spelen reed ze dus als nog net 16-jarige B2 junior! Dat het na al die jaren nog steeds staat, zegt genoeg over hoe waanzinnig goed ze toen al was. Ze zat daar in Turijn ook maar 17 honderdste van het brons. Dat was voor mij een jaar na het sensationele brons als B1 bij het WK in de buitenlucht van Inzell toen toch een teleurstelling. Het is dat ik de volstrekt unieke Sablikova hier echt wilde eren met een prachtige hangende Avatar en een nogal dommig anagram maar Sang-Hwa Lee was toch mijn Grote Persoonlijke Favoriet. Haar 36.36 is en blijft qua cijfers toch ook nog steeds het allermooiste WR dat er is. Totdat iemand misschien 33.33 schaatst, of 12.12.12 ... je weet het sinds gisteren maar nooit ... 1.11.11 zou ook wel kicken zijn!
Als het ooit gaat gebeuren zou het meest legendarische wereldrecord ooit 59.99 op de 1000 meter zijn denk ik.
In aanvulling op mijn eerdere epistel over de 5/10km plussen, wil ik Fridtjof Petzold nog even in de schijnwerpers zetten. Die reed afgelopen vrijdag 6.26.36 en gisteren 13.01.78. En daarmee realiseerde hij een zeer sterke plus van 9.06! Ah, ik zie nu dat dit al in een ander topic opgemerkt is.
Iets van 15.70-21.50-22.79 ofzo. Lijkt onmogelijk hard, maar de snelste opening en ronde ooit voor de klapschaats waren 16.58 en 25.94. Met een huidig record van 15.92 zijn we al over de helft naar 15.70, en het ronderecord van 23.94 is ook al bijna op de helft naar 21.50. Ik zie het de komende 30 jaar nog niet gebeuren, maar nooit is een lange tijd dus wie weet wat de verre toekomst in petto heeft.
Zeg nooit nooit. Er was ooit een destijds nog enthousiaste commentator die riep dat het 10km WR van Eric Heiden nooit meer verbeterd zou worden. Precies 44 dagen later ging het er al aan.
Waar David Provod als C2-junior zo rond het niveau van Heiden rondrijdt, ging Taiga Sasaki al een stuk harder: 37,98, 1.14,01, 1.51,41, 3.52,19, 6.40,24 Zijn PR's zitten meer in lijn met de tijden van Johann Olav Koss: 37,98, 1.14,9, 1.51,29, 3.57,52, 6.34,96, 13.30,55 Koss heeft exact dezelfde 500m staan, rijdt harder op de afstanden die er voor hem toe deden, en rijdt langzamer op de afstanden die hij als allrounder niet nodig had (de 1000m en de 3000m). En inmiddels slaat Taiga Sasaki weer een klas over en rijdt hij 1.48,50, 3.46,26 en 6.29,05. Van de 5000m wisten we het al, maar ook die 3000m is een dik wereldrecord voor B1-junioren. Dat pakt hij af van Min-seok Kim... Een Taiga is trouwens in de eerste plaats een Siberisch woud. Ik stel me dan voor dat er uit het woud een jongeman tevoorschijn komt die zich Taiga noemt, iedereen helemaal aan gort rijdt op het ijs, en dan weer in het woud verdwijnt. En er is ook al een functie op het schaatsforum vernoemd naar Taiga: de zelden gebruikte Shoutbox heeft in de URL om de een of andere reden het woord "Taiga". https://www.schaatsforum.nl/index.php?taigachat/
Zijn schema is ook echt geweldig. Alleen maar 29ers met een prachtige 29.47 op het einde. 200m 19.09 (19.09) (2) 600m 48.85 (29.76) (7) 1000m 1:18.23 (29.38) (7) 1400m 1:47.95 (29.72) (5) 1800m 2:17.64 (29.69) (3) 2200m 2:47.17 (29.53) (2) 2600m 3:16.79 (29.62) (1) 3000m 3:46.26 (29.47) (1)
Prachtig! De jongeman die uit het woud tevoorschijn komt, iedereen aan gort schaatst en vervolgens weer in het woud verdwijnt. Deze nog jongere Sasaki is op dit moment niets minder dan een ongelooflijk sensationele belofte. Geweldig om te zien. Maar zo waren er meer die af en toe uit de donkerste bossen van Azië allerlei jonge concurrenten omver kwamen rijden. Velen van hen keerden terug naar het woud en kwamen nooit meer terug. Dat Tiaga met de zegen van zijn naam zich dus maar fijn in dat grootse woud blijft verschansen en in stilte de onzichtbare lessen van zijn persoonlijke Meester Yoda tot zich neemt. Ik wacht al dertig jaar op de komst van Hij Die Nog Groter Zal Worden Dan De Kleine Grote Keiji.
Nog een Jílek statistiek ("statistílek"). Ik heb even uitgezocht wat de adelskalender voor junioren is. Dat is de 500/1500/5000/10000 combinatie, maar met alleen tijden gereden als junior. Håvard Bøkko stond al bijna 19 jaar bovenaan deze lijst met een sterke allroundcombinatie, maar Jílek's WR junioren heeft hem de leiding gegeven. Shomu Sasaki doet het ook erg goed, maar zijn 10k PR stamt nog uit februari 2022, dus het zou leuk zijn als hij er dit jaar weer eentje rijdt om iets van 13:30 ofzo te rijden. Dat moet mogelijk zijn gezien die 5 kilometer, en dan pakt hij ook de leiding over (tenzij Jílek zich ook verbetert).
Geweldige lijst, echt!!! Meer, meer, meer! Onvoorstelbaar dat een Tsjech die pas een paar jaar de boel komt verkennen nu zomaar ineens bovenaan staat. En ... hij moet zijn debuut in de WB nog maken. Bizar! Staat Joy Beune dankzij dat supersnelle WK Junioren in Salt Lake bij de meisjes op 1? Of is dat Miho Takagi? En waar staat Sablikova? Of mis ik de Echte nummer 1? Ireen?
Alle namen die je genoemd hebt staan in de top 10, maar je hebt de nummer één gemist: Antoinette Rijpma-de Jong! Sáblíková stond een tijdje op de eerste plek, maar ARDJ ging daar nog onderdoor omdat ze op alle afstanden uit de voeten kan. Beune had wel harder gekund, maar ze reed in haar laatste jaar als junior geen 5 kilometer en moet het doen met een 7:39 uit Enschede van toen ze 17 was. Dat was tevens haar eerste 5 kilometer ooit. Edit: Er zit een typfout bij het 3k PR van Golubeva, het moet 4:05.20 zijn en niet 4:02.50. Daarme komt ze net onder Leenstra.
